1
'an de zoute kolkinhoud door een zoete bij ge-
loten deuren. Het zoute water wordt hierbij on-
ler uit de verdiepte kolk afgevoerd; gelijktijdig
vordt zoet water, via openingen in de kolkwan-
ien, vanuit het zoete water naast de sluizen toe-
;elaten. Nadat een zoute kolkinhoud is uitge-
visseld voor een zoete bevindt de grenslaag
ussen het zoute en het zoete water zich onder
e drempel aan de Volkerakzijde. Boven het ni-
eau van deze drempel bevindt zich dan vrijwel
een zout water meer, zodat tijdens het in- en
itvaren van de sluis slechts weinig zout water
oor de geopende deur kan uittreden,
e jachtensluizen hebben een onbeschermde
i renslaag, dat wil zeggen dat er geen geperfo-
■erde vloer wordt aangebracht. Dit was moge-
k omdat kleine schepen boven een onbe-
ihermde grenslaag slechts een minimale men-
ng teweeg brengen, terwijl de grenslaag bij
het passeren van een geperforeerde vloer wel
menging ondergaat en er derhalve een slechte
re zout/zoet-scheiding optreedt (fig. 5).
Bij twee jachtensluizen, met 15 schutcycli per
dag, treedt bij dit systeem nog een zoetwaterbe
lasting op de Oosterschelde op van 1 m3/s en
een zoutbelasting op het Volkerak van 0,4 kg/s
Cl". Ter vergelijking: twee duwvaartsluizen ver
oorzaken bij continubedrijf zonder terugwinnen
van zoet water een zoutbelasting op het Volke
rak van gemiddeld 3 kg/s Cl" en een zoetwater
belasting van op de Oosterschelde van
16 m3/s.
Figuur 6 geeft een beeld van het schutsysteem
van de jachtensluizen. Een gemaal is nodig voor
het verpompen van zout water, wanneer er al
thans niet voldoende waterstandsverschil is om
dit onder vrij verval te laten geschieden. In het
gemaal is een omloopriool met schuif aange-
I etoekomstigesituatie.
I 3-4. Schema van de ligging
n de jachtensluizen tussen
z ut en zoet.
F 3.5. Overzichten dwarsprofiel.
OMARMEND ZOET
LENGTEDOORSNEDE
DWARSDOORSNEDE
KOLK WANDOPENINGEN
GRENSLAAG
DOOD
d a
OMARMEND ZOET
327