kreekraksluizen schelde - rijnverbinding doorlatend gedeelte damvak zuid oesterdam i >e Markiezaatskade ingetekend i de bestaande situatie. g.2. Compleet afsluitende r am, een mogelijkheid voor de I larkiezaatskade. g.3. Doorlatende dam, ge- i ozen voor de kade door het uitgat. hg. 4. Dwarsprofiel van de c verige damvakken. nige bezwaren in verband met de kans op verstroming is gekozen voor een ontwerp met I ige damvakken met een kruin op N.A.P. 4,0 m en een sluitkade op N.A.P. 3,5 m. I e sluitkade kan pas worden aangelegd als in t et sluitgat eerst een bodembescherming is aangebracht. Het sluitgat, met een gemiddelde bodemligging op N.A.P. -3 m, krijgt een lengte van 800 m. Een verticale geleidelijke sluiting zal de scheepvaartkundige problemen op de Schel- de-Rijnverbinding tot een minimum beperken. Dwarsstromen van 1,0 a 1,5 m/s kunnen bij eb nog wel optreden. Om de scheepvaart veilig te kunnen afwikkelen zal daarom een begeleiding worden ingesteld in de periode voor en tijdens de sluiting. De gekozen sluitingsmethode is ook uit water bouwkundig opzicht gunstig, omdat de maxi male snelheden in het sluitgat beperkt blijven tot 3,0 a 3,5 m/s. Daardoor kan van relatief lichte stortsteen met een stukgewicht van 60 a 300 kg gebruik worden gemaakt. De sluitkade moet hiermee in lagen met een maximale dikte van 0,5 m worden opgebouwd. Ten behoeve van de stabiliteit van de sluitkade bij zware stormen 345

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 51