Centrifuge- en wrijvingsproeven voor de Oosterschelde-kering )e fundering van de Oosterschelde-kering is aeds sinds de studieperiode, tussen 1974 en 976, een belangrijk onderwerp van onderzoek geweest. De voorspelling van het gedrag van ie constructie onder invloed van zware itormbelastingen vormde daarbij het grootste 'raagstuk. Zowel de standzekerheid van de onstructie als de maximale deformaties ipelen een grote rol in het ontwerp van de ering. Gelet op het gecompliceerde karakter van de nteractie van de constructie met de ondergrond is gekozen voor een voorspellingsmethode die gebaseerd is op verschillende technieken. Daarbij werden zonodig ook buitenlandse deskundigen en laboratoria ingeschakeld. Eén van de gebruikte technieken is die van de centrifuge. De centrifuge is in de geotechniek een zeer bijzondere faciliteit. Een op schaal 1:100 verkleind model van de constructie en de ;undering kan erin worden onderworpen aan zeer hoge centrifugale versnellingen. Daarmee wordt bereikt dat de grondspanningen in het nodel op het zelfde hoge niveau komen als verwacht wordt in de werkelijkheid. Voor het eerst ontwikkeld in de Sovjet-Unie in de jaren '30, werd deze onderzoekstechniek in de zestiger jaren in Engeland geïntroduceerd. De centrifuge die voor het onderzoek van de Oosterschelde-kering is gebruikt, dateert van :971 en valt onder beheer van de Simon Engineering Laboratories, Universiteit van Vlanchester. hans zijn er voor grondmechanisch onderzoek ook al centrifuges in gebruik in Zweden, Denemarken, Frankrijk, de Verenigde Staten en Japan. Sinds geruime tijd bestaan er plannen >m in een samenwerkingsverband van de Rijkswaterstaat, de Technische Hogeschool te Delft en het Laboratorium voor Grondmechanica ok in Nederland een centrifuge te bouwen en e exploiteren. et principe van de centrifuge kan worden eïllustreerd aan de hand van figuur 1. Het schaalmodel wordt ingebouwd in de modelcon- iner. Deze container is bevestigd aan een arm e verbonden is aan een as. Om grote belas- t ogen op de as te voorkomen is tegenover de modelcontainer een ballastcontainer met gelijk gewicht als de modelcontainer bevestigd. De as wordt aangedreven en het model in een verticaal vlak rondgedraaid. Tijdens het opvoeren van de hoeksnelheid roteren de container en het model in het verticale vlak éénmalig over een hoek van 90° zodat het model in een horizontaal vlak komt. Naast de grondeigenschappen zijn het span ningsniveau en de spanningsveranderingen de meest wezenlijke factoren die het grondgedrag bepalen. In normale fysische schaalmodellen zijn de grondspanningen een constante factor VN kleiner dan in de werkelijkheid; N is de geometrische schaal van het model. Dit betekent dat modelresulaten niet rechtstreeks te gebruiken zijn, maar steeds vertaald moeten worden naar de hogere spanningsniveaus in de werkelijkheid. Vaak vormt dit tevens de grootste bron van onzekerheid bij de interpre tatie van modelresultaten. In de centrifuge daarentegen is het mogelijk overal in het model een verloop van de spanningen te simuleren dat identiek is aan dat in de werke lijkheid. Dit is dan ook het unieke voordeel van de centrifuge. Om niet alleen de eigen gewichtsspanningen maar ook alle spanningsveranderingen identiek te laten verlopen met de werkelijkheid moet voldaan worden aan een aantal schaalregels (tabel 1). Uitgangspunt daarbij is dat de grond in het model dezelfde samenstelling en dezelfde eigenschappen bezit als de grond in de natuur lijke situatie. In deze tabel komt ook de tijdschaal van consolidatie voor. Die is van belang als de waterspanningen zich aanpassen onder 369

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 19