De container heeft een modelruimte van
2 x 1 x 0,6 m3 en bevindt zich op een afstand
van 3 m uit de as. Voor het Oosterschelde-on-
derzoek is vrijwel steeds gewerkt met een
schaal 1:120. Dit betekent dat de container
ronddraait met snelheden van 70 m/s, ofwel
250 km/uur. Met het oog op calamiteiten is de
centrifuge ondergebracht in een speciale
kelderconstructie. De krachten komen van
elektrisch gestuurde vijzelbelastingen.
In deze opstelling is het mogelijk om tegelijker
tijd een groot aantal waarnemingen te verrichten
aan het model: meting van krachten, verplaat
singen en waterspanningen in de ondergrond
en tegelijk ook foto- en filmopnamen. De
elektrische meetsignalen, maximaal 80 in getal,
worden via sleepcontacten naar de as en
vervolgens naar de registratie-apparatuur
overgebracht.
Resultaten
Gedurende de periode 1975-1979 zijn in totaal
45 centrifuge-proeven uitgevoerd. De eerste 9
daarvan, tussen juni en december 1975,
hadden betrekking op de caissons uit de
studieperiode en als onderdeel daarvan op de
voorspellingen voor de caissonproeven op
Neeltje Jans.
De resultaten daarvan worden hier niet verder
besproken. Zie Bericht 90 (november 1979).
Alle overige proeven hadden betrekking op het
pijlerontwerp. Zo werden er tussen november
1976 en april 1978 34 proeven gedaan ten
behoeve van de parametrische studies naar de
invloed van voetplaatafmetingen, gewicht,
vorm en inbeddingsdiepte van de pijler en naar
de invloed van het belastingsschema op de
deformaties. In de eerste helft van 1979
0 500 1000
TOTAAL AANTAL GOLVEN
ir
1500 2000 2500
14
10
PROGRAMMA R-I
l
1000 1500
I1
2000 2500
0 500
TOTAAL AANTAL GOLVEN
371