- den. Voor het vigerend ontwerp, met een ontwerpbelasting van 11 200 ton, bedragen de maatgevende deformaties 75% van de in figuur 7 gepresenteerde waarden. In het kader van het HISTOS-project is als onderdeel van de conditiebewaking een meetprogramma opgenomen dat voorziet in het registreren van de deformaties van twee pijlers, tijdens en na stormbelastingen. De verwachting is dat de gegevens die hierbij beschikbaar komen nog voldoende stof tot wetenschappelijke discussie zullen opleveren. Wrijvingsproeven te Schelphoek De standzekerheid en de horizontale verplaat sing van de pijlerconstructie van de Oosterschel- de-kering wordt mede bepaald door de wrij vingscoëfficiënt tussen pijler en funderingsbed (fig- 7). In het ontwerpstadium van de kering is deze eigenschap, te weten de maximale wrijvings coëfficiënt en de relatie tussen verplaatsing en optredende wrijving, uitgebreid onderzocht aan de hand van modelproeven. Op het werkterrein Schelphoek werd een proefopstelling gemaakt, waarmee 15 proeven zijn uitgevoerd. De proefopstelling bestond uit een gedeelte van de bodem van de pijler ter grootte van 2,85 x 2,50 m2, geplaatst op een funderingsbed van gelijke opbouw en afmetin gen als in werkelijkheid. Op het bodemelement werd met betonblokken een zelfde funderings- druk per m2 uitgeoefend als in werkelijkheid, (foto 1 en fig. 8). Met een vijzel werd op het betonelement een wisselende horizontale belasting aangebracht overeenkomstig de opbouw van die storm waarvoor de pijlercon structie is ontworpen. Deze belasting werd 0.8 0.6 z LU O U. 04 O O 0 10 20 30 40 50 60 70 HORIZONTALE VERPLAATSING IN mm «f 03 6, AZ 8, s/v wTT S 50 VAN VAK 4 4 VAK 4 S 70% VAN VAK 4 S 85% VAN VAK 4 S 100% S 110% VAN VAK 4 S 120% VAN VAK 4 S 150% VAN VAK 4 -J, I 10 20 40 60 80 100 120 140 160 HORIZONTALE VERPLAATSING IN mm *- Fig. 9. De opbouw van de belastingen. Fig. 10. De wrijvingscoëfficiënt en de horizontale verplaatsing in mm. 375

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 25