Voor de steenvorm wordt de eis gehanteerd
dat de grootste afmeting van een steenstuk
binnen een sortering niet meer mag bedragen
dan driemaal de kleinste afmeting die erin
voorkomt.
De levensduur van de breuksteensoorten die
voor dit werk in aanmerking komen, basalt,
graniet, diabaas en porfier, is zeer groot,
groter dan de in dit verband aan de kering
gestelde eis.
De in de Oosterschelde-kering te verwerken
breuksteen is over een groot aantal sorteringen
verdeeld. De keuze wordt bepaald door de
ontwerp-eisen; daarbij wordt rekening gehou
den met de afname van de gemiddelde massa
van de steenstukken tijdens het transport en de
verwerking.
De verdeling naar sortering is als volgt:
Nominale sorteringsgrenzen hoeveelheden
5-40
kg
400 000 ton
10-60
kg
1 100 000 ton
60-300
kg
1 200000 ton
300-1 000
kg
800 000 ton
1 000-3 000
kg
950 000 ton
3 000-6 000
kg
300 000 ton
6 000-10 000 kg
270 000 ton
10 000-15 000 kg
10 000 ton
15 000-20 000 kg
40 000 ton
20 000-25 000 kg
15 000 ton
Bijna 1 miljoen ton steen, voornamelijk in de
sortering 60-300 kg, bestemd voor bestorting
van de aanvankelijk bedoelde geheel dichte
Oosterscheldedam, is reeds een aantal jaren
geleden op het werk aangevoerd. Voor ruim 4
miljoen ton moesten nieuwe leveringscontrac
ten worden afgesloten.
Aan de levering van de breuksteen in de
sorteringen die hiervoor zijn genoemd, is een
periode voorafgegaan van marktverkenning en
van materiaalonderzoek.
Het verkennen had een tweeledig doel: in de
eerste plaats het zoeken van geschikte steen
tegen een aanvaardbare prijs, en in de tweede
plaats het introduceren van de materiaaleisen.
Met het materiaalonderzoek werd beoogd
inzicht te krijgen in de meest relevante eigen
schappen van de breuksteen, om zo tot een
keuringsmethodiek te komen die enerzijds
afgestemd zou zijn op de ontwerp-eisen en
anderzijds op wat in de groeve praktisch
haalbaar zou zijn.
Voor een goed verstaan van een en ander is
het wellicht nuttig een stukje voorgeschiedenis
te geven.
Al vele jaren lang wordt er in Nederland
breuksteen toegepast, onder andere als
oeverbescherming van rivieren, havens en
kanalen en als bestorting op zink- en kraagstuk
ken. Deze breuksteen werd geleverd in vele
sorteringen, zoals 10/60 kg; 10/80 kg; 20/80 kg;
10/300 kg; 60/300 kg en 80/200 kg. Dit toont al
aan dat er op dit gebied weinig uniformiteit
was en is. De keuring van het materiaal
berustte eigenlijk alleen op visuele waarneming.
Meestal werd gelet op de grootte van de steen
en op de mate van verontreiniging; men
oordeelde de steen goed, te groot, te klein ofte
veel verontreinigd. De mate van afwijking werd
in de regel niet bepaald en kon ook niet
bepaald worden, omdat numerieke criteria
veelal ontbraken. Dit leidde gelukkig niet tot
rampen, omdat men misschien dan wel niet de
steen kreeg die geheel overeenstemde met de
genoemde sortering, maar wel de steen die
men ongeveer verwachtte te zullen krijgen.
Deze gang van zaken wordt in vele gevallen
nog steeds als voldoende ervaren. Veelal zal
een dergelijke oppervlakkige en subjectieve
benadering ook wel voldoende zijn. Soms
echter had men behoefte aan een exaktere
benadering.
Zo is men in het begin van de zeventiger jaren
begonnen met het bemonsteren van de
aangevoerde steen en het toetsen van deze
monsters aan numerieke keuringen. Doordat
de eisen onvoldoende waren afgestemd op het
produkt breuksteen waren de keuringsuitslagen
niet bevredigend, in die zin dat op het oog zeer
goede steen toch niet aan de eisen bleek te
voldoen.
Bij de Oosterschelde-kering was er echter
behoefte aan voorschriften die wel stringent
maar ook uitvoerbaar waren, vooral voor wat
betreft de steen in de drempel, de overgangs
constructie, de stortebedden en de damaanzet-
ten.
Deze steen maakt namelijk deel uit van de
hoofdconstructie van de stormvloedkering en
moet zo zijn gedimensioneerd dat ze geen
zwakke schakel in de constructie vormt. De
steen in de drempel bij voorbeeld moet niet
alleen stabiel zijn onder de maatgevende
omstandigheden, maar moet als deel van een
filter ook voldoen aan de filterwetten.
De 'levensduur' van de steenconstructies moet
even lang zijn als die van de stormvloedkering;
dit in tegenstelling tot bij voorbeeld de levens
duur van stortsteen in de sluitopeningen van
de overige Deltadammen, waar hij na de
afsluiting geen functie meer heeft.
428