Fig. 1. Aanvoerroutes van breuksteen voor de Ooster- schelde-kering. Fig. 2. Aanvoer- en verwer kingsschema. Gelet op de grote hoeveelheid steen, de vele sorteringen en, voor een deel van de hoeveel heid, de grote stukgrootten - tot maximaal 25 ton - stond men voor de vraag welke groeven deze steen zouden kunnen leveren. Daar kwam nog bij dat men naast steen met een grote dichtheid - in de bovenste lagen van de drempel wordt gestreefd naar een soortelijk gewicht van 3000 kg/m3 - uit kostenoverwegin gen ook steen wenste met een veel kleinere dichtheid in de kern van de drempel. FHet soortelijk gewicht hoefde daar maar 2,60 tot 2,65 t/m3 te bedragen. In 1977 is gestart met een inventarisatie van steenvoorkomens in een deel van West- en Noordwest-Europa. Groeven in Noorwegen, Zweden, Finland, Duitsland, België, Engeland, Schotland en Frankrijk werden bezocht en op hun bruikbaarheid beoordeeld. Daarbij werd gelet op zaken van uiteenlopende aard. Allereerst werd gekeken naar de situering van de groeve: de afstand van de groeve tot diep vaarwater moest niet te groot zijn; het landtransport is namelijk relatief duur. De geologische toestand van het gebied werd geschat als indicator van de constantheid van het voorkomen en zijn kwaliteiten. Daarnaast had men veel aandacht voor het aanzicht van de groevewand. Is die erg verbrokkeld, dan is het niet te verwachten dat de groeve steen met een grote stukgrootte kan leveren. Ook werd gelet op de dichtheid en de sterkte van de steen. Dit geschiedde aan de hand van gegevens in de groeve en door het onderzoeken van genomen monsters, onder andere op het gedrag onder vorst, en bij dooiwisselingen. Wat de leveranciers betreft, na een algemene indruk te hebben gekregen van de groeve, onderzocht men en détail welke hoeveelheden steen er per jaar zouden kunnen worden geleverd; wat de soort en de grootte zou zijn van de in te zetten schepen voor het transpor teren van de steen naar de Oosterschelde, en hoe het prijsniveau lag. Ook werd onderzoek ingesteld naar de financiële draagkracht en het technisch kunnen van de firma. Bij deze inventarisatie werden vele gegevens verzameld, die onder andere een idee gaven van de eisen die men in redelijkeheid aan het materiaal zou kunnen stellen. Dit inzicht werd nog verdiept door uitgebreid onderzoek in enkele groeven. Bij dit onderzoek bleek dat er aanvankelijk nogal wat verschil bestond tussen de grootte van de steen die men dacht te leveren en de grootte van de steen die men in werkelijkheid leverde. Ten slotte werden de eisen nog eens getoetst aan een aantal proefladingen breuksteen uit 429

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 23