Onderzoek in de Deltagoot naar de cyclische verhangen onder de pijlers De fundering van de stormvloedkering moet verschillende functies vervullen. Onder andere in bericht 96 (mei 1981), is hierop reeds uitgebreid ingegaan. Het artikel dat u nu leest, gaat alleen over cyclische verhangen. Eerst worden kort de gebruikte begrippen gedefini eerd. Daarna wordt een beschrijving gegeven van het probleem rond de cyclische verhangen. Vervolgens wordt het onderzoek behandeld dat geleid heeft tot een grootschalige proef in de Deltagoot, en tenslotte de proef in de Deltagoot zelf. Tot goed begrip van wat volgt dient men de inhoud te kennen van een paar begrippen. Zo is er spake van: verhang, dat wil zeggen het verschil in waterdruk tussen twee punten gedeeld door de afstand tussen die twee punten. Met de term filter bedoelen we een laag grove korrels, aange bracht op een laag fijne korrels met het doel de fijne korrels vast te houden. De filterbelasting is dan het verhang dat in het scheidingsvlak tussen de grove en de fijne korrels werkt als gevolg van verval- en golfkrachten op de pijlerconstructie, en de filtersterkte geeft aan welk verhang het filter nog kan hebben zonder dat de fijne korrels indringen tussen de grove korrels. De pijler staat op een fundering die bestaat uit een op het Oosterscheldezand gelegdefiltermat. Deze filtermat is opgebouwd uit lagen zand en grind; de onderste laag, het zand, sluit filter- technisch aan op het Oosterscheldezand, en de bovenste laag op de eerstvolgende drempel- aag. Als er zandkorrels van uit de ondergrond n het funderingsbed binnendringen, kunnen er zettingen van de pijler optreden. Dit fenomeen reedt pas op wanneer een zekere kritieke belastingsituatie wordt overschreden. Dat wil zeggen, de indringing vindt pas plaats, als de aanwezige filtersterkte kleiner is dan de optredende belasting. Hierna worden de beide regrippen filtersterkte en -belasting verder .litgewerkt. De filtersterkte wordt voornamelijk bepaald door de verhouding van de diameter an de korrels van het zogenaamde basismate- aal, het Oosterscheldezand dus, en het zand in e laag daarop. 4en denke zich een bak, waarin een laag grote ollen het filtermateriaal voorstelt, dat is angebracht bovenop een laag kleine bollen. het basismateriaal. Indien de verhouding van de diameter van de grote bollen en de kleine bollen voldoende klein is, zullen er bij een zekere belasting bestaande uit een omhoog gerichte waterstroom geen kleine bollen tussen de grote bollen doordringen. De filtersterkte is dus groter dan de optredende belasting. De filtersterkte is niet alleen afhankelijk van de diameterverhouding, maar ook van de pakking van de korrels, de vorm van de zeefkrommes van het basis- en het filtermateriaal, de aanwe zige bovenbelasting en de soort van aandrijven de krachten. Een dichte pakking van de korrels komt tot uiting in een relatief geringe holle ruimte tussen de korrels van het filtermateriaal; de filtersterkte neemt daardoor toe. Een grote bovenbelasting, in casu het gewicht van de pijler op het filter, zorgt ervoor dat de korrels van het basismateriaal onder een grote drukspanning komen. Daardoor zullen ze moeilijker in het filter kunnen doordringen. Ook dit resulteert in een grotere filtersterkte. De belasting die zandkorrels in het filter kan doen doordringen, is een waterstroom in de grond, veroorzaakt door drukverschillen ten gevolge van verval- en golfbelasting. De grootste drukverschillen treden op wanneer de kering gesloten is. Het over de kering staande verval veroorzaakt drukverschillen, en daarmee verhangen op het grensvlak basismateriaal/filter. Onder invloed van de golfbelasting op de kering komt de pijler in een wiebelende beweging. Daardoor treedt vervorming van het grondpakket op met als gevolg dat er zogenaamde cyclische verhangen in de ondergrond worden opgeroe pen. De door de golfbelasting veroorzaakte cyclische grondspanningen onder de pijler worden voor een deel opgenomen door het 439

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 33