WERKEILAND THOLEN
Fig. 4. Opbouw van de sluitka-
de geheel gestort (boven) of met
een brede dam als substraat.
Bijeen plotselinge sluiting met doorlaatcaissons
wordt lange tijd een zo ruim mogelijk door
stroomprofiel gehandhaafd. Vervolgens
voltrekt men de sluiting in één keer door rond
de kentering de schuiven neer te laten. Voor
beide sluitgaten kunnen dezelfde doorlaatcais
sons worden gebruikt, waarvoor een deel van
het hoge bekken van de Krammersluizen als
bouwdok zou worden ingericht.
Deze vier alternatieve sluitingsmethoden zijn
onderling vergeleken op basis van waterloop
kundige en grondmechanische aspecten en
aspecten van milieu en visserij, uitvoering,
planning en kosten.
Uit de vergelijking bleek dat bij een caissonslui
ting goed aan de zoutgehaltenormen in de
Oosterschelde zou kunnen worden voldaan. Bij
een geleidelijke sluiting zou een kans bestaan
dat de normen werden onderschreden, met
name in de Krabbenkreek, Een caissonsluiting
bleek echter f20 a 30 miljoen duurder dan een
kabelbaansluiting en f40 a 50 miljoen duurder
dan een hulpbrugsluiting.
Mede omdat de zoutgehalten in de Krabben
kreek bij een blokkensluiting door zoute
rondstromingen zouden kunnen worden
verhoogd, is gekozen voor een blokkensluiting
met behulp van hulpbruggen.
In dezelfde periode als waarin de studie naar
de methode van sluiting is uitgevoerd, is ook
een faseringsstudie uitgevoerd. Bij dit onder
zoek werden sluitingen van de Philips- en de
Oesterdam bij het vrijwel volledige getij op de
Oosterschelde vergeleken met zandsluitingen
van deze dammen bij een sterk gereduceerd
getij, na de voltooiing dus van de Oosterschel-
de-kering. Voor het eerst werd de mogelijkheid
genoemd om de geulen met zand te sluiten.
Hiertoe zou het getij geleidelijk gedempt
451