Fig. 2. De 'Wijker Rib' als
begeleidingsvaartuig van de
Bodemkruiper.
Fig. 3. Mechanische duiker.
Fig. 4. Inspectieslede.
dient die streng om de meetsignalen van de
sensoren over te brengen, en als kabel waaraan
de Bodemkruiper kan worden opgehesen of
afgevierd.
De maximale rijsnelheid van het vehikel is op
rupsbanden 0,5 m/sec. en op wielen 0,3 m/sec.
Als begeleidend vaartuig treedt de 'Wijker Rib'
op, die vroeger dienst deed bij de bodemcarte-
ring. Dit schip meet 54 x 9,3 m, en heeft een
gemiddelde diepgang van 1,8 m. De verbouwing
tot ondersteuningsschip voor de onderwater
inspectie vindt op het ogenblik plaats. Juist
achter het bakdek wordt een speciale zwenk-
kraan geplaatst met een hefvermogen van 7,5
ton op 10,5 m, voor het tillen van de Bodem
kruiper; er wordt gezorgd voor compensatie
van de deining. Het herwerk kan ook op een
lage constante trekkracht worden ingesteld
wanneer de 'Portunus' over de bodem rijdt. Het
hijsen en strijken kan alleen vanaf de kraan
geschieden; zwenken en lichtbelast halen en
vieren kan ook vanaf de brug. Het einde van de
kraangiek heeft een rollenbaanconstructie die
kantelbaar is; dit in het belang van een optimale
begeleiding van de kabel. Onder het bereik van
de kraantop is een houten werkdek van 7x8
m, waar de Bodemkruiper op geplaatst kan
worden, met zijn neus in elke gewenste
richting. Op het voordek zijn twee draadlieren,
en op het achterdek één. Met deze lieren kan
de Bodemkruiper bij het afvieren in de gewenste
positie worden gehouden.
De hoofdvoortstuwing van de 'Wijker Rib'
bestaat uit twee schroeven met een asvermogen
van 300 pK. Vóór in de beun van het schip is
bovendien een allerzijds wendbare schroef
geplaatst van 510 pK, en achterin nog een van
260 pK, beide afgeschermd, om de navelstreng
te beschermen. Het elektrische boordnet van
32 kVA wordt uitgebreid met een nood-aggre
gaat en een accu-set, hetgeen continuïteit
garandeert in de voeding van de computers.
Voor de navigatie tijdens de inspecties is de
'Wijker Rib' uitgerust meteen oppervlakteplaats-
bepalingssysteem, een gyrokompas en een
akoestisch plaatsbepalingssysteem waarvoor
enige bakens in het te inspecteren gebied
worden uitgezet.
Voor inspectietaken los van de bodem zal een
Mechanische Duiker worden gebruikt. Dit
apparaat moet een aanzienlijke eigen snelheid
kunnen ontwikkelen - ongeveer 2 meter per
seconde - om in stromend water te kunnen
opereren. Verder moet het goed wendbaar zijn,
en niet te omvangrijk, omdat het onder meer
inspecties moet verrichten aan de onderkant
van de pijlers die zijn opgehesen in het bouwdok.
477