Ook hier vinden de energietoevoer en de
doorgeleiding van signalen plaats via een
navelstreng. Voor de voortstuwing, het manoeu
vreren en de dieptebesturing zorgen propellers
die, ter vergroting van hun stuwkracht, zijn
aangebracht in straalbuizen. De Mechanische
Duiker draagt een niet gering aantal sensoren.
Er zitten een onderwater foto- en filmcamera
op, gemonteerd op een in alle richtingen
draaibaar frame, een zandlaagdiktemeter, een
T.V.-camera met KSV, een profiel-opnemer en
sonars voor zijdelingse en voorwaartse
waarneming.
De bestuurder van de Mechanische Duiker
krijgt op afstand gegevens door over de koers
met behulp van een ingebouwde gyro; over de
diepte waarop de Duiker zich bevindt wordt hij
geïnformeerd door een druksensor, terwijl een
echolood de positie opgeeft ten opzichte van
de bodem. Verdere plaatsbepaling geschiedt
met behulp van een akoestisch systeem. Op
een plotscherm verschijnt de positie van het te
inspecteren doel. Dé bestuurder op het onder
steuningsschip kan de Mechanische Duiker als
een blindvlieger naar het doel leiden, en daar
de inspecties uitvoeren. In de Mechanische
Duiker zit apparatuur ingebouwd waardoor het
mogelijk wordt een aangegeven diepte of koers
vastte houden. Dit is belangrijk voorsuccesvolle
operaties.
Ten slotte is er dan nog de inspectieslede
'Asterias' (Zeester), speciaal ontwikkeld en
gebouwd om tijdens het leggen van de boven
matten voor de pijlerfundering na te gaan waar
op de ondermat de zandafzetting hettoelaatbare
overschrijdt. De 'Portunus' heeft namelijk een
te groot inspectieprogramma in de verschillende
sluitgaten om het zonder hulpapparatuur af te
kunnen.
De inspectieslede wordt aan een hijsdraad in
de beun van de 'Cardium' neergelaten vóór de
rol met de bovenmat. Via twee stuurdraden
aan de voorkant van de 'Cardium' wordt hij
voortgesleept over de onderste funderingsmat.
De plaats van de 'Asterias' wordt met hetzelfde
akoestische plaatsbepalingssysteem ingemeten
waarmee vanaf de 'Cardium' ook de kopbalk
van de funderingsmat wordt gepositioneerd.
De inspectieslede bevindt zich tijdens het
afrollen van de bovenmat steeds 10 m vóór het
punt waar de bovenmat de ondermat raakt. De
slede heeft drie zanddiktemeters op een rij, en
bovendien nog een verticaal opgestelde
camera met een kleine KSV, waarmee zicht op
de bodem wordt verkregen en waarmee de
bewegingen van de slede ten opzichte van de
bodem worden waargenomen. De camera
gebruikt één zanddiktemeter voor het verkrijgen
478
van een antwoord op de vraag of er al dan niet
zand ligt op de ondermat.
Het gewicht van de 'Asterias' bedraagt boven
water 1,15 ton, en onder water 1 ton. De lengte
is 2,60 m, de breedte 4 m en de hoogte 60 cm.
Navigatiesystemen
Voor navigatie-doeleinden is op de Bodemkrui
per 'Portunus' een akoestisch systeem gemon
teerd, waarmee de plaats van het inspectievoer
tuig via de signaal-zender van de 'Wijker Rib'
kan worden bepaald. Verder draagt de 'Portu
nus' een gyrokompas. De afgelegde weg kan
worden berekend uit de rupswiel-omwentelin-
gen. De Mechanische Duiker draagt een
akoestisch baken, waarmee de plaats van het
vaartuigje wordt gemeld aan het moederschip.
De 'Asterias' wordt genavigeerd middels het
akoestische systeem van de 'Cardium'.
Alle inspectiesystemen worden dus geleid
vanaf een verschillend moederschip. Aan
boord van de 'Wijker Rib' vindt de verwerking
van de gegevens plaats in de bedieningsruimte,
waar een centrale console staat opgesteld.
Hierin is een printer opgenomen, waarmee
verslagen worden gemaakt, en de data-schrijver
van de Bodemkruiper wordt bijgehouden. Er is
ook een plotter, waarop tijdens de inspecties
de gemeten zanddikte wordt weergegeven, en
waarop naderhand kaarten worden gemaakt
ten behoeve van de verslaggeving.
Voor visuele inspectie zijn T.V.-schermen met
videorecorders opgesteld, evenals schermen
en opnemers voorde voorwaartse en zijdelingse
sonar. Op een paneel voor de bestuurder
verschijnen alle relevante gegevens over de
stand van de wielen van de 'Portunus', de
positie van de inspectiewagen, de hoogte der
KSV's, druk, temperatuur, toerental, helling,
afgelegde weg, koers en snelheid.
Ongeveer net zo gaat het op het moederschip
van de Mechanische Duiker. De 'Asterias' zendt
zijn gegevens via de navelstreng naar de
besturingsruimte aan boord van de 'Cardium'.
Als het tijdens de werkcyclus van de werksche
pen in de Oosterscheldemond nodig is dat de
gegevens van de onderwaterinspectie direct
worden gepresenteerd, gebruikt men een
telemetriesysteem om de gegevens vanaf het
ondersteuningsschip OWI over te seinen naar
het werkschip. De inspecties zullen plaatsvinden
tijdens het mattenleggen door de 'Cardium', het
grindstorten door de 'Jan Heymans' en het
leggen van de tegelmatten door de 'DOS I'.
Ook later, wanneer de 'Ostrea' met hulp van de
'Macoma' de pijlers plaats, moet inspectie
onder water tijdens en na de operaties voldoen
de gegevens verzamelen om die operaties met
de vereiste kwaliteit te kunnen uitvoeren.