hoogste delen voorkomen, zoals op aanspoel-
gordels langs dijken en hoge ruggen. De 39
soorten van tabel 1 kunnen beschouwd worden
als kenmerkend voor zoute of brakke milieus,
omdat ze onder zoete omstandigheden niet of
slechts zelden voorkomen. Bij deze 39 zijn vrij
veel voor Nederland zeldzame soorten. De
zeldzaamheid van plantensoorten wordt
uitgedrukt in een 'uurhokfrequentieklasse'
(UFK), dat wil zeggen het aantal uurhokken
- blokken van 5 x 5 km, een uur lopen - waarin
een soort in Nederland voorkomt. In de tabel is
voor iedere soort de UFK-waarde aangegeven.
Ook is af te lezen hoe vaak deze soorten op de
schorren langs de Oosterschelde voorkomen.
Naast het UFK-cijfer is namelijk ook in procenten
aangegeven hoe vaak iedere soort voorkomt in
de opnamen die ten behoeve van de vegetatie-
kartering zijn gemaakt.
Fig. 2. Morfologievan verschil
lende schortypen.
Fig. 3. Onderdelen van het
schor
Fig. 4. Lijnen van gelijk
zoutgehalte in het Kramnner-
Volkerak bij hoog (boven) en
laag water.
499