snellere sluiting vereisen zijn dus evenzeer kansloos. De vraag of de gebruiksreden al dan niet in strijd is met de doelstelling van de kering wordt op de volgende wijze beantwoord. Het besluit tot de bouw van de kering is een compromis tussen het bieden van veiligheid enerzijds en behoud van het natuurlijk milieu - en daarmee de visserij - anderzijds. Voor het behoud van het natuurlijk milieu en de voort zetting van de visserij is de getijbeweging onmisbaar. Gebruiksredenen die de getijbewe ging wezenlijk zullen verstoren, worden daarom geacht in strijd te zijn met de doelstelling van de kering. In de studie worden tot deze categorie die gebruiksredenen gerekend die langdurig ononderbroken sluiting van de kering vereisen, waardoor niet meer kan worden voldaan aan de eis van een gemiddeld getijverschil van 2,70 m bij Yerseke. Om eventuele afslag van de koppen van Schouwen- Duiveland en Walcheren te voorkomen, zou de kering bij voorbeeld lang achtereen gesloten moeten blijven. Dit is in strijd met de doelstelling van de kering en daarom wordt deze gebruiks reden dan ook niet verder onderzocht. Na toepassing van de hiervoor vermelde selectiecriteria op alle geïnventariseerde mogelijkheden blijft nog een groot aantal gebruiksredenen over (zie kader). Om de effecten van het gebruik van de kering systematisch te analyseren is het noodzakelijk de gebruiksredenen te relateren aan bewegin gen die met de kering uitgevoerd moeten worden om het beoogde doel te bereiken. De mogelijke bewegingen kunnen in vier catego rieën worden onderscheiden: openhouden van de kering, volledige sluiting, gedeeltelijke sluiting van alle schuiven, en gedeeltelijke sluiting van de kering door het neerlaten van schuiven op bepaalde plaatsen, waardoor één of meer stroomgeulen worden afgesloten. Afhankelijk van het moment in de getij-cyclus waarop de sluiting plaatsvindt en de frequentie van de sluitingen, kunnen door de genoemde operaties verschillende situaties in het Ooster- scheldebekken worden gecreëerd, en wel een status quo met open kering, een vast peil gedurende een bepaalde periode, of een gereduceerde getijbeweging. Ook kan bereikt worden dat vooraf vastgestelde waterstanden niet worden over- of onderschreden, dat de getijfrequentie verandert, of dat het stromings beeld gewijzigd wordt. Het zal duidelijk zijn dat de genoemde keringoperaties en de daaruit voortvloeiende situaties in feite grote hoeveel heden mogelijkheden omvatten. Een volledige sluiting kan in principe bij elk peil tussen hoog- en laagwater worden ingesteld. Door gedeelte lijke sluiting van alle schuiven kan het getij worden gedempt, en wel zo dat de demping alle waarden kan aannemen tussen het normale getij en in het geheel geen getij. In de studie is er voorts vanuitgegaan dat de kering weer geopend wordt op het moment dat de binnen- en buitenwaterstand gelijk zijn. Alle vermelde situaties kunnen voor korte of langere tijd worden ingesteld. 'Kort' definieert de studie als een operatieduur van minder dan 36 uur en 'lang' als een van meer dan 36 uur. Oesters Voor een goed begrip zal nu één van de gebruiksredenen worden omschreven. Als willekeurig voorbeeld kiezen we het gebruik van de kering ter voorkoming van de verstikking van oesters in de winter. Bij oosterstorm treden 's winters in de Kom van de Oosterschelde extreme laagwaterstanden op, in combinatie met een lage watertempera- Tabel 1. Relatie tussen keringoperaties en waterloopkundige toestanden. groep 1: kering geheel open: groep 2: kering geheel gesloten: groep 3: reductor - groep 4: aftoppen groep 5: getijrekken: normaal getij - ongeacht peil - op hoog binnenpeil (GHW) - op laag binnenpeil (GLW) - totaal: alle schuiven gedeeltelijk dicht (25% tot 50% getijreductie) - secties: alle schuiven in één of twee stroomgeulen geheel dicht (25% tot 50% getijreductie) - laagwater: GLW wordt niet onderschre den - hoogwater: GHW wordt niet overschre den frequentie van het getij wordt gehalveerd. 529

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 15