men door de beheerders. Na 1945 is de landmeetkunde steeds meer gebruik gaan maken van luchtfotografie, eerst alleen voor kaarten. Toen de apparatuur voldoende verfijnd was, bleek het ook mogelijk om uit twee op enige afstand van elkaar genomen luchtfoto's een stereobeeld te maken, waarin de terreinhoogte opgemeten kon worden. In het begin van de zeventiger jaren was deze techniek zover ontwikkeld dat het voordelig leek een groot deel van de waterpassing van strand en duin te vervangen door stereoluchtopnamen. In het stereobeeld moeten enkele punten voorkomen waarvan de plaats en de hoogte bekend is; hiervoor worden meestal op de weg geschilderde grote stippen gebruikt. Op het strand en in het duin is dat echter vaak niet mogelijk; daar moesten ze op een andere manier vaste hoogtepunten 546

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 32