Schuiven en bewegingswerken
voor de
Oosterschelde-kering (II)
De schuiven in de Oosterschelde-kering zullen
worden geopend en gesloten met behulp van
hydraulische bewegingswerken. In Bericht 100
(mei 1982) werd daar al over geschreven. In
deze aflevering het vervolg van een zo eenvou
dig mogelijk gehouden uiteenzetting over het
hydraulisch werk en de elektrische installatie.
De complete taak van het bewegingswerk
wordt gerealiseerd met behulp van een
hydraulische installatie die olie onder druk naar
de cilinder kan toevoeren en drukloos kan
afvoeren naar een tank.
Bij het sluiten van een schuif wordt olie met
min of meer constante druk aan de dekselzijde
van de cilinder toegevoerd, terwijl de olie aan
de stangzijde kan worden afgevoerd via een
stroomregel ventiel.
Door de instelling van dit regelorgaan ligt de
schuifsnelheid bij het sluiten vast. Deze
snelheid is voor alle schuiven bepaald op 3
mm/sec. Doordat er een constante druk is aan
de dekselzijde, zijn de golven die op de schuif
inwerken niet in staat de schuif tijdens het
sluiten omhoog te drukken.
In gesloten positie is de cilinder aan de stang
zijde drukloos; een constante druk aan de
dekselzijde zorgt ervoor dat de schuif op zijn
onderaanslag blijft gedrukt.
Om te openen wordt de dekselzijde drukloos
gemaakt, en wordt aan de stangzijde olie onder
druk toegevoerd. Er is geen drukregeling, de
snelheid van de schuif wordt bepaald door het
debiet van de pomp. Ook in deze richting
bedraagt de snelheid bij benadering 3 mm/sec.
In geheven toestand hangt de schuif op de
oliekolom aan de stangzijde die is afgesloten
door een drukgestuurde terugslagklep tussen
de cilinder en het stroomregelventiel. De
sturing op de teruslagklep is nodig om bij het
sluiten olie te kunnen afvoeren.
De hydraulische installatie van een cilinder
bestaat in hoofdzaak uit een elektrisch gedreven
pomp, kleppen, filters, schuiven, veiligheden
en drukschakelaars. Samen met de bijbehoren
de elektrische componenten en schakelkasten
zijn ze ondergebracht in containers in de
verkeerskokers.
De extra-bescherming van deze kwetsbare
onderdelen leek nodig, zowel tijdens de bouw
en het transport van de verkeerskokers als