DIESELCENTRALE A OPENBAAR ENERGIENET PZEM 800 kVA DIESELCENTRALE B r~ DELER B jtrppir' SLUITGAT ROOMPOT SLUITGAT SCHAAR SLUITGAT HAMMEN ROOMPOTSLUIS j DIENSTENGEBOUW Om de delen van het machinewerk en de elektrische installatie op het hamerstuk te kunnen bereiken is een aantal bordessen voorzien, die onderling door trappen worden verbonden. Het ontwerp hiervan wordt zo opgezet dat ze zoveel mogelijk als één geheel op het hamerstuk kunnen worden aangebracht. Omdat ze het uiterlijk van de pijlerbovenbouw in niet onaanzienlijke mate bepalen, wordt over de vormgeving overlegd met de architect. Elektrische installatie Het ontwerp van de elektrische installatie van de Oosterschelde-kering is door twee aspecten in hoge mate bepaald: de faalkans en de tolerantie-problematiek. Er moesten bijzondere maatregelen getroffen worden om een uiterst betrouwbare installatie te krijgen en in geval van storingen snel de aard en de plaats van de storing te lokaliseren, zodat alsnog ingegrepen kan worden. De tolerantie-problematiek vereist hoge nauwkeurigheid bij meting van de schuifscheefstand. We bespreken achtereen volgens eerst de faalkans en de tolerantie, en geven daarna een beschrijving van de installatie, die in drieën uiteenvalt: de energievoorzienig, de besturingsinstallaties en de centrale bedie ning. De stormvloedkering is bestand tegen stormbe- lastingen die ééns in de 4000 jaar kunnen voorkomen; de toegestane kans op bezwijken van de kering dient dus kleiner te zijn dan 2,5 x 10 4/jaar. Teneinde te kunnen bepalen hoe sterk het machinewerk dan moet zijn, is met behulp van mathematische modellen berekend hoe groot het maximale verval kan zijn tijdens het sluiten van de schuiven, gegeven volledige vrijheid bij de keuze van het tijdstip van sluiten. Dit blijkt 4,2 m te zijn; het verval treedt op aan het einde van een grenspeilsluiting. Alle onderdelen van de kering moeten minstens bestand zijn tegen de gevolgen van de stroom die bij dit verval door de kering trekt. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat aan de onderdelen die het verval moeten keren, een hogere eis wordt gesteld; zij moeten uitgaan van een verval van 6,2 m, zijnde het verval dat met een kans van 2,5 x 104/jaar optreedt bij een laagwaterkentering-sluiting. Bij het sluiten van de kering bestaat de kans dat een of meer schuiven weigeren dicht te gaan, als gevolg van wat voor storing dan ook. In het ontwerp is een duidelijke beperking gesteld aan de toelaatbaarheid van hetoptreden van zo'n storing. Samengevat luidt de ontwerpeis, dat de kans op het gelijktijdig optreden van 4,2 m verval en het weigeren van een of meer schuiven kleiner dient te zijn dan 2,5 x 10 4. Indien de kering bij lagere waterstanden dan het grenspeil gesloten wordt zal vaker een verval gelijk aan of groter dan 4,2 m ontstaan. Op dezelfde wijze als bij grenspeiisluitingen, is berekend hoe vaak het extreme verval van 4,2 m optreedt indien altijd op de laagwaterkente- ring gesloten wordt. Dit blijkt 1,25 x 10'/jaar te zijn, 121/2%. Indien de kans van voorkomen van deze extreme belasting gecombineerd wordt met de ontwerpeis dat de kans op bezwijken van de kering, ook bij weigerende schuiven, kleiner moet zijn dan 2,5 x 10 4/jaar, dan volgt daaruit dat de kans op weigeren door falen in de hydraulische en/of elektrische installatie niet groter mag zijn dan 2 x 10'3/jaar. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 9