ponton meet 23 bij 80 meter, en heeft een waterverplaatsing van 3100 ton. Om de ponton te kunnen verhalen is hij uitgerust met acht lieren. Extreem hoge krachten kunnen als gevolg van scheepsbewe- gingen optreden in de korte voorankerdraden van de ponton naar de kering, en in de anker punten op de pijlers. Om de krachten te reduceren zijn deze lieren uitgerust met zogenaamde deiningscompensatoren. De ankerdraden worden over hydraulische cilinders geleid, die de draden laten vieren bij extreme drukken in de cilinders. De stenenbak is bevestigd aan een kelly die langs een schuinstaande giek - de zogenaamde makelaar - schuift, en kan zo onder water worden gebracht. In de bak wordt 15 ton steen geladen, vanaf een steenaanvoerponton met laadinrichting, die langszij de toplaagstorter ligt afgemeerd. De toplaag wordt in twee lagen aangebracht. De machinist op de kraan kan op een beeld scherm zien wanneer en waar hij de stenenbak moet openen. Op deze wijze wordt ook geregi streerd waar hij de toplagen heeft aangebracht. Rondom de pijlers wordt ter bescherming van het beton door de toplaagstorter 60 000 ton steenasfalt aangebracht. Uit de resultaten van het toplaagonderzoek blijkt onder meer dat een goede aansluiting tussen beton en toplaag gewenst is. Dit houdt in dat de stenenbak dicht langs het beton van de pijlers en de dorpelbalk moet kunnen manoeuvreren. Om te voorkomen dat er beschadigingen optreden aan bak en beton, wordt de bak voorzien van een rubber beschermlaag. De werkbaarheid wordt bepaald door de toelaatbare stroombelasting en de bewegingen van de stenenbak. Deze bewegingen komen voort uit de pontonbewegingen en uit het dynamische gedrag van de lange makelaar met de zware stenenbak. Bij storm verhaalt men de toplaagstorter tot op 200 a 300 meter uit de as van de kering en wordt de makelaar gestreken en afgesteund op het dek. Nadat de dorpelbalken zijn geplaatst zullen de aanstortingen tegen de dorpelbalken worden aangebracht. Daarbij is het mogelijk een aantal reeds aangebrachte schuiven van de kering te sluiten, en onder gunstige hydraulische condities de aanstortingen aan te brengen. De aanstortingen aan de Noordzeezijde zullen echter met geopende schuiven worden uitge voerd, daar hier als gevolg van weerkaatsing hoge golven kunnen ontstaan, die tot grote bewegingen van de stenenbak zouden kunnen leiden. Het bouwen van de drempel omvat ook nog Fig. 3. Schematische voor stelling van de toplaagstorter verdichtings- en opschoonwerkzaamheden. Noodzakelijk is, dat de negatieve overlap en de afdeklaag verdicht worden. Door middel van trillen worden de holle ruimten in de steenlagen verkleind, en zo bereikt men een betere filterwerking en een goede aansluiting tussen de verschillende lagen. De verdichtingskwaliteit is afhankelijk van de trillingsfrequentie, de slagkracht en de duur van het trillen. De trilplaat wordt vanaf een afvierponton neergelaten, waarna stappend verdicht wordt. Ook hier is nauwkeurig positio neren van belang. Opschonen, dat wil zeggen het verwijderen van zand van de drempel, is nodig om te voorkomen dat zand in de drempel wordt ingesloten. Dit zou namelijk in een later stadium door uitspoe len tot ontoelaatbare zettingen van de drempel leiden. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 10