Fasering en sluitingsmethode van de compartimenterings- dammen Bericht 98 (november 1981) bevatte een artikel met dezelfde titel als dit. Daarin wordt de besluitvorming behandeld bij het kiezen van een sluitingsmethode voor de compartimente- ringsdammen. Er bleven drie alternatieven over. Het eerste daarvan voorziet in sluiting van de Oesterdam met stortsteen en van de Philipsdam met betonblokken. Een andere mogelijkheid is, de Philipsdam niet met blokken, maar met zand op te bouwen; tenslotte is een zandsluiting mogelijk voor beide sluitgaten. In alle gevallen wordt gebruik gemaakt van de getijreductie die het gevolg is van de vorderingen bij de bouw van de Oosterscheldekering. Fig. 1. De compartimentering van het Oosterscheldebekken Nu zullen we het onderzoek ter vergelijking van de alternatieve sluitingsmethodes bespreken, en de overwegingen die gebruikt zijn bij het afwegen van de verschillende mogelijkheden. Om de faseringsproblematiek in algemene zin te kunnen behandelen heeft men een viertal tijdstippen aangenomen waarop de stormvloed kering in werking kan treden; 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Dit moment bepaalt welke invloed de stormvloedkering zal hebben op de sluiting van de compartimenteringsdammen. Voor elk van de genoemde tijdstippen is onderzocht in hoeverre het mogelijk zou zijn de zandsluitingen van de alternatieven II en III in een bepaald tijdvak in het jaar volgend op het gereedkomen van de stormvloedkering uit te voeren, en in hoeverre een bepaald tijdvak gunstig of ongunstig is als sluitingsperiode. De steensluitingen van de alternatieven I en II zijn reeds zo gepland, dat het gemiddelde getijver- schil te Yerseke van 2,70 m niet wezenlijk wordt onderschreden. Er moesten in totaal 36 sluitingsvarianten worden beschouwd. Omwille van de duidelijk heid en beknoptheid zullen we echter niet al deze varianten behandelen. Randvoorwaarden en uitgangspunten Alle sluitingsalternatieven zijn dus sterk gerelateerd aan de planning van de uitvoering van de stormvloedkering. Met name de voortgang van het plaatsen van dorpelbalken, het aantal schuiven dat tijdens de laatste bouwfase ten behoeve van een aantal werk zaamheden is gesloten én de tijd tussen het plaatsen van de dorpelbalken en het ogenblik waarop de stormvloedkering in werking treedt, 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 23