S^V fO COM P.
_S.V.K.>QESTERDAM
_SVK. 20NDER_ COMR_
6 SCHUIVEN GESLOTEN
PLAATSING DORPELBALKEN
EINDSITUATIE AFH.
VAN BEHEER S.V.K.
r—
S.V.K. OPERATIONEEL
oo
oo
0'<o
irj!ib
>t I m
/UA S.V.K. IN M
DEC I JAN FEBR MRT APR
JUNI JULI
1986
TIJD IN MND
Fig. 2. Afname van het
getijverschil te Yerseke als
gevolg van de opbouw van de
Oosterschelde-kering
zijn van belang. Het effectieve doorstroompro
fiel in de monding van de Oosterschelde zal
uiteindelijk afnemen van 32 000 tot 16 000 m2
(figuur 2).
De thans optredende waterstanden, en de
waterstanden tijdens de sluitingsfase van de
compartimenteringsdammen, vormen een stel
randvoorwaarden. Uitgaande van een gemid
deld getij in de monding van de Oosterschelde
is voor verschillende plaatsen op de Ooster
schelde bepaald hoezeer het getij zal afnemen
bij een effectieve doorstroomopening van
14000 m2 en het gekozen compartimenterings
model. De onderstaande tabel geeft een
overzicht van karakteristieke getijgegevens bij
Tabel 1horizontaal en verticaal getij in huidige en eindsituatie
Plaats Huidige toestand
Eindsituatie
GHW
GLW
max.
max.
GHW
GLW
max.
max.
NAP+ NAP-
eb-
vloed-
NAP+ NAP-
eb-
vloed-
stroom
stroom
stroom
stroom
(m)
(m)
{mis)
(m/s)
(m)
(m)
(m/s)
(m/s)
Yerseke
1,75
1,70
0,80
0,80
1,50
1,35
0,55
0,55
Bruinisse
1,70
1,70
1,30
1,05
1,35
1,25
0,10
0,10
Tholense Gat
1,95
1,90
0,70
0,70
1,55
1,40
n.v.t.
n.v.t.
Steenbergse Sas
1,90
1,85
0,50
0,45
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Tabel 2: zoutgehalten nu en in de toekomst
jaargemiddelde
g CI-/I
Kom Oosterschelde
Krabbenkreek
nu
15,5-
15
16
toekomst
15-16,5
13-15
waarden in g Cl /I die eens
per 5 a 10 jaar gedurende
3 maanden worden onder-
schreden
nu toekomst
14,5
13,5
12,5-14,5
12,5-14,5
streefwaarden
eindsituatie in
g Cl /I
15,5
13
78