compartimenteringsdammen, zijn afhankelijk
van het jaargetijde waarin deze periode valt.
Een overzicht van de minimale waarden is
gegeven in onderstaande tabel, waarbij is
uitgegaan van een neerslagoverschot van
gemiddeld eens in de 5 tot 10 jaar, voor ieder
seizoen.
Vergelijking van de alternatieven
Welke aspecten zijn van belang bij het maken
van een keuze tussen de drie sluitingsmethodes?
Als hoofdaspecten zijn beschouwd: milieu,
visserij, waterhuishouding, scheepvaart,
uitvoering en planning, en kosten. De hierboven
beschreven gevolgen van de sluitingsmethode
voor getijbeweging en zoutgehalte zijn op deze
aspecten direct of indirect van invloed.
Het zijn voornamelijk de waterstanden, de
stroomsnelheden en de zoutgehalteverdelingen
in de Oosterschelde, die gevolgen hebben voor
het milieu. Vooral de periode en de tijdsduur
van de veranderingen telt.
Effecten op het ecosysteem worden nog niet
als nadelig beschouwd, wanneer ze zo gering
of van zo'n korte duur zijn, dat ze binnen de
Tabel 3 Zoutgehalten op de Oosterschelde bij een zoetwateraanvoer, die gemiddeld eens per vijf
a tien jaar wordt overschreden.
Alternatief
Variant
Gebied Rond- Zoutgehalte in g Cl /I
stroming
Oosterschei
dekering ge
reed op
1 januari
Kom Oosterschelde
Kom Oosterschelde
Krabbenkreek
Krabbenkreek
met 14
zonder 13
met 11,5
zonder 11
14 15 15 14
13,5 14,5 14,5 13,5
13 14 14 13
11,5 12,5 12,5 11,5
Oosterschel-
dekering ge
reed op
1 april
Kom Oosterschelde
met
14
14
14
14
14
Kom Oosterschelde
zonder
14
14
14
13,5
13,5
Krabbenkreek
met
12,5
13
13
12,5
13
Krabbenkreek
zonder
12
12,5
12,5
11,5
11,5
Oosterschei- Kom Oosterschelde met 15 14 14 14 14
dekering ge- Kom Oosterschelde zonder 15 14 13,5 13,5 14
reed op Krabbenkreek met 13,5 13 12,5 13 13
1 juli Krabbenkreek zonder 13 12,5 11,5 11,5 12,5
Oosterschei- Kom Oosterschelde met 14 14 14 14,5 14,5
dekering ge- Kom Oosterschelde zonder 13 13,5 13,5 14,5 14,5
reed op Krabbenkreek met 12,5 13 13 13 13,5
1 oktober Krabbenkreek zonder 12 11,5 11,5 12,5 12,5
82