schelde ook van belang, zoals eerder al vermeld, voor een mogelijke rondstroming via het Spuikanaal Bath in de perioden voor en tijdens de sluiting van de compartimenterings- dammen. Een tweede mogelijkheid tot rondstroming en tot verhoging van het zoutgehalte, met name in de Krabbenkreek, is die met behulp van de sluis in de Grevelingendam. Bij doorspoelen in de zomer moet men er rekening mee houden, dat een groot gebied van het Grevelingenmeer, 800 tot 3000 ha, als gevolg van stratificatie te kampen zal krijgen met zuurstoftekorten. In de Oosterschelde hebben we waar het de visserij betreft vooral te maken met mosselcul tures - economisch gezien het belangrijkst -, -vokkelvisserij en oestercultures. Ms criterium is de financiële schade gehanteerd fie zou kunnen optreden. Zoutgehalte, water stand, stroomsnelheid en periode van uitvoering zijn hierop van invloed. De gevolgen zijn vergeleken met de omstandigheden van de eindsituatie, na 1986. De mosselkweekpercelen liggen voornamelijk langs de hoofdgeulen in de Oosterschelde. De stroomsnelheden mogen er maximaal 0,50-0,75 m/s bedragen. Daarnaast zijn de mosselverwaterpercelen van belang, die rond de laagwaterlijn zijn gelegen. Voor de bevaar baarheid is een waterdiepte van minimaal 1,5 m nodig. Verlaging van het hoog water door getijreductie betekent tevens verkorting van de bevaarbare tijd per getijcyclus. In de periode van april tot half juni vinden overigens geen verwateractiviteiten op de percelen plaats. Mosselen zijn redelijk bestand tegen extreme en wisselende milieu-omstandigheden. Oesters hebben een zoutgehalte nodig van tenminste

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 31