Kk CHLOROFYL •73 '75 '77 79 '81 Er kan gesteld worden dat het Grevelingenmeer zich ontwikkeld heeft tot een meer met een zeer goede waterkwaliteit. Het openen van de Brouwerssluis heeft de mo gelijkheden voor een zout meer die in potentie reeds aanwezig waren, verder vergroot door het zoutgehalte op een niveau van boven de 16 kg zout per kubieke meter te brengen en te houden, waardoor de soortendiversiteit in het meer kon toenemen. BROUWERSSLUIS GEOPEND g. 6. Verloop van de gengroei, gemeten aan het hlorofylgehalte in het Grevelingenmeer ig. 5. Concentraties van oedingsstoffen in het Greve- ngenmeer. Linksboven itraat; beneden orthofosfaat inks) en silicium 'P de schalen van dode mosselen. Het bijzon- ere van de oesters in het Grevelingenmeer is, at het platte Zeeuwse oesters zijn die door de atale vrieswinter '62-'63 nagenoeg uitgestor- en waren. Het voordeel van deze Zeeuwse aster is, dat ze beter bestand is tegen lage atertemperaturen dan de in de Oosterschelde eboren of geïmporteerde oester. Dit is ook el gebleken in de winter '78-79 toen in het revelingenmeer geen abnormale sterfte ptrad, terwijl dat op de Yersekebank wel het eval was. e grootste waarde van het bestand aan esters in het Grevelingenmeer ligt dan ook in et feit dat ze winterhard zijn en dus geschikt m weer de basis te vormen voor een meerjarige estercultuur in de Oosterschelde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 43