aan de primaire functie; tevens is er als uitgangspunt bij de vormgeving voor gekozen dat het Spuikanaal zoveel mogelijk zichzelf zou zijn. Dat betekent dat zijn primaire functie, het transport van water van het Zoommeer naar de Westerschelde, in de uiteindelijke vorm herkenbaar dient te blijven. En ook, dat het functionele verschil met de naastliggende Schelde-Rijnverbinding zichtbaar moet zijn. Bij de studie naar de vormgeving van het Spuikanaal zijn twee visies of optieken ontwik keld. Eén daarvan vloeit rechtstreeks voort uit het doel van de studie en is ook gehanteerd bij de uitwerking van het landschapsplan. Het uitgangspunt is hier, dat men met eenvoudige middelen moet komen tot een vormgeving en landschappelijke inpassing van het Spuikanaal, zo, dat de aanwezige landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden zoveel mogelijk onaangetast blijven en zo mogelijk worden vergroot; daarnaast moeten de specifieke eigenschappen van het nieuwe element, het Spuikanaal met de kunstwerken, zoveel mogelijk herkenbaar blijven. De inrichting van het gebied, inclusief de mogelijkheden voor de recreatie, vindt dan ook plaats op basis van de aanwezige eigenschappen van het landschap, met inbegrip van het Spuikanaal. Men kan echter ook uitgaan van het gezichts punt, dat men rekening dient te houden met de mogelijkheden van een omvangrijk project voor dagrecreatie in samenhang met het Spuikanaal, van een dusdanige capaciteit en kwaliteit dat het een alternatief kan zijn voor het toekomstige Markiezaatsmeer, de Ooster- schelde-oevers en de Zeeuwse stranden in het westen. Deze tweede optiek, die eigenlijk verder ging dan het oorspronkelijke doel van de studie, is verwerkt in een reeks modellen die onderling verschillen in de mate waarin de recreatieve functie tot ontwik keling wordt gebracht en de natuurwetenschap pelijke kwaliteiten gehandhaafd of uitgebouwd worden. Ook kiezen ze voor verschillende situeringen van een en ander op basis van bepaalde aan een plek gebonden kwaliteiten. De ontwikkeling van het landschapsplan Vooruitlopend op de planvorming is onderzoek gedaan naar de ontstaansgeschiedenis van de omgeving van het Bathse Spuikanaal, en zijn de belangrijkste gebiedskenmerken geïnventa riseerd. Tevens zijn van die aspecten die voor de landschappelijke inpassing van belang zijn, de relevante gegevens verzameld. Zo is in het terrein onderzoek gedaan naar de natuurwaarde van de voormalige schorren en de speciedepots. Daarnaast zijn gegevens verzameld over de planologische bestemmingen, de eigendoms toestanden en de recreatieve mogelijkheden van de terreinen. De kenmerken van het gebied zijn vervolgens geanalyseerd, waarbij de omgeving van het Spuikanaal wordt gekarakte riseerd als het tussengebied of de scheidings zone tussen Brabant en Zeeland. Een belangrijk structuurbepalend element is verder de bundel transportlijnen die Zeeland met Brabant verbindt; autowegen, spoorweg en leidingen- strook. Deze bundel kan worden beschouwd als de ruggegraat van het gebied. De zuidelijker gelegen oost-westverbinding bij Bath is hieraan ver ondergeschikt. Deze ruggegraat geeft aanleiding tot het onderscheiden van nog een kenmerkend aspect: de landschapsdifferen tiatie en zonering van het tussengebied. Langs de bundel verkeersverbindingen is namelijk 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 46