eer veilig wonen achter de
uinen bij Callantsoog
a sterkte van een keten wordt bepaald door
e zwakste schakel. De zwakke schakel in de
zekerende duinen langs de kust van
ioord-Holland bevond zich tot voor kort ter
jogte van Callantsoog.
ndanks de aanwezigheid van strandhoofden
eloopt de teruggang van de duinvoet
engevolge van golfaanval hier gemiddeld 30
m per jaar. Daarnaast noopte vooral de
laatselijk onvoldoende geachte hoeveelheid
and in het duinprofiel tot onderzoek en
ianpassing.
In het begin van de jaren '70 werd een 'Richtlijn
oor de berekening van duinafslag tengevolge
an een stormvloed' uitgebracht door de
technische Advies Commissie voor de
Waterkeringen.
Deze richtlijn heeft voor de berekeningen
model gestaan. Het principe waarop de
fslagberekening berust, is de zandbalans in het
tormprofiel tussen vooroever en duinmassief.
Het bleek al snel, dat de duinen plaatselijk
ogal wat te laag en te smal waren om een
;uperstorm met een waterstand op N.A.P.
5,10 m te weerstaan. Een doorbraak zou al
verwacht kunnen worden op N.A.P. 4,30 m.
De wijze waarop de duinversterking moest
worden uitgevoerd vergde nogal wat
hoofdbrekens. Dit kwam vooral omdat de
breedte van de duinreep zeer beperkt was en
het dorp daar onmiddellijk op aansloot, met
bebouwing tot aan de duinvoet. Buiten het
dorp maakte de duinweg samen met de
aanliggende bouwgrond het ook vrijwel
onmogelijk om ruimte te creëren voor
verbreding van de duinen aan de binnenzijde,
zonder ernstige aantasting van de
eigendommen van derden.
Uiteraard moesten ook het milieu, de
landschappelijke waarde van het duingebied
en de belangen van de recreatie - de
duinovergangen en het strand - worden
afgewogen tegen de noodzaak om de
kustverdediging te verbeteren. Er kon maar een
beperkte hoeveelheid zand op de bestaande
duinen worden geborgen. Daarom werden er
nogal wat alternatieven bestudeerd, zoals een
zandsuppletie op grote schaal op de vooroever
en het strand; deze oplossing leek op dat
moment te vragen om een te geavanceerde
techniek, en kwam daarom niet in aanmerking.
Ook is gedacht aan een 'klassieke' duinverdedi
ging, met een steen- of asfaltglooiing, of een
dijk in de vorm van de Pettemer of Hondsbos-
se zeewering. Vooral wegens een mogelijk
toekomstige discontinuïteit in de kustlijn werd
deze oplossing te rigoreus en ongewenst
geacht. Een verticale damwand, verborgen in
het duinmassief, die pas dienst gaat doen bij
een superstorm, was een erg dure constructie,
evenals een al dan niet verborgen betonkist of
een L-muur. Zoiets vereist een complete
109