duinontgraving tijdens de uitvoering, terwijl
dergelijke verticale wanden bij zware golfaanval
uit den boze zijn. Tenslotte werd een combinatie
gevonden, waarmee men meende dertig jaar
toe te kunnen: een kleidijk met een kruin tot
N.A.P. 8 m en hellingen van 1:3, afgedekt
door een laag zand tot N.A.P. 18 m.
Het voorstel werd niet goedgekeurd. De
voorkeur van de autoriteiten ging uit naar een
oplossing waarmee men voorlopig tien jaar
toekon. Mogelijk zou na die tijd gemakkelijker
en goedkoper zand uit zee kunnen worden
opgespoten, en waarschijnlijk was er dan ook
meer bekend over het mechanisme van
duinafslag. De richtlijn zou na verder onderzoek
mogelijk veranderen op grond van andere
uitgangspunten, en men vond van economisch
standpunt gezien een zandsuppletie boven op
de duinen voor de eerste tien jaar voldoende
en daarom voordeliger dan een combinatie van
klei en zand. En zo kwam het tot een zandopho-
ging op de bestaande duinen. In 1976 kon met
de uitvoering worden begonnen.
De duinverzwaringen in Callantsoog zijn in
twee fasen uitgevoerd. Aan de zuidzijde van
het dorp werd in de jaren 1976-1977 over een
lengte van 700 m 350 000 m3 zand 'droog' in
het werk gebracht. In de jaren 1980-1981
werden ten noorden van Callantsoog twee
vakken met een gezamenlijke lengte van 1100
m door opspuiting aangevuld met 470 000 m3
zand.
In beide gevallen werd het zand met zelfvarende
winzuigers van 500 m3 beuninhoud op de
Waddenzee gewonnen en via Den Helder en
het Noordhollands kanaal aangevoerd. De
afstand vanaf de losplaats in het kanaal tot de
duinkust bedraagt 6 km.
Voor het werk aan de zuidzijde van start kon
gaan moesten er nogal wat problemen worden
overwonnen. De gemeente Callantsoog
draalde met het afgeven van een aanlegvergun-
ning; de aannemer kon niet direct beginnen, en
diende een schadeclaim in.
Bewoners van de langs de transportroute
gelegen panden schreven gezamenlijk een
brief. Ze vreesden gescheurde muren door al
dat zware verkeer. Alle woningen werden
daarom vooraf opgenomen. Er werd daarna
overigens geen schade geconstateerd. Er
kwamen acties van ouders van wie de kinderen
over de smalle aanvoerwegen - zonder
fietspaden - dagelijks naar scholen in Schagen
moesten fietsen. Na overleg met de gemeente
besturen werden op bepaalde uren schoolbus
sen ingezet. De kosten daarvan zijn via het
project betaald. De wegbeheerders wezen erop
dat de wegen slechts lichte funderingen
hadden en naderhand nog zijwaarts waren
verbreed, zodat er vrijwel geen bermen
aanwezig waren. Ook de wegen zijn opgenomen,
gewaterpast en gefotografeerd. De geringe
plaatselijk veroorzaakte schade werd later
betaald. Men wierp ook nog op, dat de grote
drukte in het vakantieseizoen moeilijkheden
zou kunnen geven, vooral bij de aansluiting op
rijksweg 9 naast het Noordhollands kanaal. Een
verkeerslichtinstallatie bracht uitkomst. Het
zand op de duinen en in de auto's naar het
werk, werd verder gezegd, zou door verstuiving
schade kunnen veroorzaken aan gewassen.
Vooral de bollenkwekers waren hier bang voor.
Er werd later geen enkel schadegeval aange
meld. Toen deze problemen waren overwonnen,
verliep het werk verder geruisloos, mede door
goede organisatie van de aannemer.
De produktie bedroeg 10 000 m3 zand per week.
De om de paar minuten passerende zandauto's
vielen later nauwelijks meer op in het verkeer.
Om het zand naar een hoogte van 12 a 14 m te
brengen, werden betonplatenbanen tegen het
duin op gelegd onder een helling van 1:8. De
duintoppen zijn later geformeerd met bulldozers
en hydraulische kranen. Verstuiving van het
zand werd voorkomen, in eerste instantie met
rietschermen; later werd het gehele gebied
beplant met helm.
Voor de duinversterking ten noorden van
Callantsoog kon, zo bleek uit een kostenverge-
lijking, het goedkoopst zand per auto worden
aangevoerd. Een alternatieve aanbieding bij de
inschrijving op het bestek voorzag echter in
hydraulisch transport van het zand vanaf de
losplaats naar het werk, terwijl ze toch goedko
per was. Daarom kon op die aanbieding
worden ingegaan, in feite met een zucht van
verlichting, omdat de aanvoerwegen naar dit
duingebied smaller en nog lichter van construc
tie waren dan die aan de zuidkant.
Met zelfvarende winzuigers van 500 m3
beuninhoud werd het zand aangevoerd naar
een bakkenzuiger in het Noordhollands kanaal.
In verband met de beperkte kanaalbreedte
moest voor de ligplaats van de zuiger een
insteek in de oever worden gemaakt. De
afstand van 6 km kon niet alleen met de 2 x 800
pk van de bakkenzuiger worden overbrugd.
Halverwege werd een tussenstation van 1000
pk geplaatst mede omdat het zand vanaf N.A.P.
- 0,50 m, het kanaalpeil, naar N.A.P. 22 m
moest worden opgespoten.
Er werd een capaciteit bereikt van 20 000 m3
zand per week, het dubbele van het wegtrans
port. Meer dan 4 a 5000 m3 zand per dag
110