De verbouwing van het asfaltschip 'Jan Heijmans' tot stortapparaat Het asfaltschip 'Jan Heijmans' is omgebouwd tot grindstorter. Deze verbouwing is voor een aanzienlijk deel in eigen beheer uitgevoerd; ze kwam binnen zeven maanden tot stand. Hierbij zijn de installaties voor de verwerking van asfaltmastiek intact gelaten. Op 11 december 1981 is men begonnen met de werkbeproevingen van de 'Jan Heijmans'. De pijlers van de Oosterscheldekering worden geplaatst op funderingsmatten, die op de zandbodem worden aangebracht door de mattenlegponton 'Cardium'. De fundering bestaat uit een ondermat van 200 x 42 x 0,30 m, en een bovenmat van 60 x 31 x 0,30 m op de plek waar een pijler komt te staan. De ondermatten zijn samengesteld uit een laag grof zand, een laag kif en een laag grind, zodat een zanddicht filter wordt verkregen. De bovenmat is gevuld met grind. De ondermatten worden met een tussenruimte van ongeveer 3 m naast elkaar gelegd. Om te voorkomen dat de stroming het zand onder de matten weg spoelt, wordt in de ruimte tussen de matten een losgestort granulair filter aangebracht, bestaande uit een laag grind-zand van 1 - 32 mm, een laag grof grind van 30-60 mm en een laag breuksteen/koperslakken van 40 - 230 mm. Het filter wordt in twee fasen aangebracht. In de eerste fase, na het leggen van deondermat, wordt het grind-zand en het grind gestort; de laag breuksteen wordt aangebracht na het leggen van de bovenmat. Ter voorkoming van erosie aan het bouwfront wordt de buitenste matrand van de ondermat afgedekt met een laag grind. Bij het vullen van de ruimten tussen de matten -telkens over een lengte van 200 m en op waterdiepten tussen 11 m en 37 m - gelden de volgende eisen: ten eerste moet het losgestort filter goed aansluiten op de filterlagen van de funderingsmatten; bovendien moet de laatst aangebrachte laag in elke opbouwfase van het filter voldoende stroombestendig zijn. Deze randvoorwaarden impliceren een aantal taken die de 'Jan Heijmans' moet kunnen verrichten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1982 | | pagina 5