Ijler, nog gecorrigeerd kunnen worden. Bij de chuiven en dorpelbalken vindt de aanpassing laats in variabele eindstukken, bij de ovenbalken en verkeerskokers beschikt men ver een variabele voeg tussen twee eerder emaakte halve elementen. Door de ;huiflengte te baseren op de gemeten afstand issen twee pijlers is het mogelijk gebleken de oor de schuifgeleiding benodigde breedte rug te brengen tot 90 cm. ehalve de mogelijkheid tot afkeuren van de nderdelen en tot herhaling van deelprocessen e tot maatafwijkingen hebben geleid, biedt et ontwerp nog enkele mogelijkheden tot arrectie. Om de pijlers voldoende vlak of op oogte te krijgen kan één van de volgende laatregelen worden genomen, of ook een combinatie ervan: het aanbrengen van een extra bovenmat, plaatselijke of algehele verdunning van de bovenmat, en het plaatselijk verzwaren of weglaten van de tegelmat. De toleranties in de schuifgeleidingsbreedte kunnen zonodig nog worden vergroot door de aanslagen over de houtverbindingen te laten gaan (figuur 2, 3), of door de helling van de aanslagen op de schuif evenwijdig te maken aan de helling van de pijler. Wel zal de eerstgenoemde maatregel leiden tot meer onderhoud en eerdere vervanging van de schuifaanslagen. Ook verruiming van de toleranties in de voegen tussen bovenbalk en verkeerskoker enerzijds en pijler anderzijds is mogelijk. Dat kan bereikt worden dooropvijzelen en herplaatsen van die onderdelen en eventueel X translaties in mm y z (f) X rotaties in mm/m (p v <pz (7 O a H a f1 a a 15 0 15 0 5 0 .3 0 .15 0 3 0 3 0 1.5 0 .1 0 .05 0 - 8 0 8 0 - 0 - 0 - 0 .3 3 0 3 0 1.5 0 .1 0 .1 0 .1 5 0 5 0 0 0 .2 0 .1 0 .3 3 0 3 0 1.5 0 - 0 - 0 - 15 0 15 0 15 - - - - - - 3 0 3 0 3 - 0 20 - 0 3 - - - - - - - - - - - 0 15 - - - - - - - - - 0 1.5 - - - - - - 15 0 15 0 15 - - - - - - 3 0 3 0 1.5 - - 0 5 0 5 0 .2 0 1.5 0 1.5 0 1.5 0 0 150 0 150 0 80 0 9.1 0 3.6 0 9 180 0 250 0 50 0 1.9 0 1 0 5 150 0 250 0 50 0 2.1 2 1.1 0 7 180 0 180 - - - - - - 0 5 - - 12 13 .8 1 .4 .5 150 0 150 0 2.1 18 0 18 0 13 0 .1 0 .1 0 1.3 15 0 11 0 11 0 .1 0 .1 0 .7 klaring der symbolen: f.i verwachtingswaarde, oftewel de meetwaarde die met een kans van 0% wordt onder- of overschreden, o standaardafwijking, een maat voor de spreiding van de aarden, x en y coördinaten in het horizontale vlak; x staat loodrecht op de as van de kering is er evenwijdig aan. z coördinaat in het verticale vlak. mate van scheefstand. 133

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 15