waterlijn. Voor dit transport zijn tussen iuwdok en sluitgaten de vaargeulen gezogen een diepte van 15 m. het sluitgat kiest de 'Ostrea' positie tegen de iacoma'. Met deze ponton wordt gekoppeld ddels zware koppelpennen en daaroverheen P ssende sluitringen aan de uiteinden van het b vormige drijflichaam. De 'Ostrea' is voorts t gerust met vier ankerlieren van 80 ton; daarnaast is er een stel hulplieren van 30 ton. 153 Bij het afvieren van de pijler ontbreken de steun- en begeleidingsconstructies die in oudere ontwerpen om de pijler heenstonden: door zijn grote gewicht hangt de pijler vrijwel onbeweeglijk in detakels boven de afzinkpositie. Als de positie van de pijler na het begin van de afzinkmanoeuvre nogmaals is gecontroleerd en goedgekeurd, volgt volledige plaatsing. Is ook de grindzak om de pijlervoet gelost, dan kan de 'Ostrea' ontmeren en teruggaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 35