Uitvoeringsmetingen
Bij de feitelijke bouw van de Oosterschelde-
kering komen vier belangrijke meetactiviteiten
aan de orde: de zorg voor algemene plaatsbe
paling, het verstrekken van hydraulische en
peilgegevens tijdens de uitvoering, de realise
ring van de metingen op de werkschepen, en
de onderwaterinspectie. We zullen deze taken
nu een voor een behandelen.
Om de bouwactiviteiten op het water goed te
laten verlopen heeft men een aantal plaatsbe
palingsmiddelen nodig. Een oude, en indien
niet al te hoge nauwkeurigheidseisen worden
gesteld betrouwbare en beproefde methode, is
die met behulp van raai en sextant. Als een
grotere nauwkeurigheid vereist is, of als men
continu over gegevens moet beschikken, zal
gebruik gemaakt moeten worden van al dan
niet geautomatiseerde radioplaatsbepalingssys-
temen. Zij zijn bijvoorbeeld aan boord van de
duikvaartuigen, de peilvaartuigen, het schip
voor ankerbehandeling en bij de op het werk
aanwezige baggerschepen. Men gebruikt
vooral 'Motorola Miniranger'- en 'Trident III'-
systemen.
Bij het uitvoeren van natte werken moet men
beschikken over algemene gegevens omtrent
bodemtopografie en bodemveranderingen;
bovendien is het van groot belang te weten
hoe het werkgebied vóór en na de werkzaam
heden er bij ligt. Deze informatie wordt verkre
gen aan de hand van peilkaarten. Dit zijn
dieptecijfer- en dieptelijnkaarten of bodempro-
fielkaarten, waarvoor de gegevens verkregen
zijn door metingen met een handlood of met
akoestische middelen zoals een echolood.
Voor men met het werk begint wordt een
inpeiling gedaan. Mede op basis hiervan
bepaalt de aannemer de werkwijze, terwijl de
opdrachtgever de inpeiling kan gebruiken als
basis voor de verrekening van het uit te voeren
werk. Tijdens bagger- en stortwerkzaamheden
worden ook peilingen verricht ter ondersteuning
van het werk.
Na de werkzaamheden wordt een uitpeiling
gedaan om het resultaat van het werk vast te
leggen. Zo kan men als dat nodig is de verwerkte
hoeveelheden bepalen, door middel van
verschilberekeningen tussen in- en uitpeiling,
ten behoeve van de afrekening van het werk.
Om een indrukte geven van de hoeveelheid
peilgegevens waar het om gaat, noemen we
enige getallen. In 1981 was de topproduktie,
met 2 peilvaartuigen, 120 km opgenomen
peilraai per dag. Om met de verwerking het
opnemen bij te kunnen houden is eind 1981
een nieuw walverwerkingssysteem in bedrijf
gesteld, met een maximale verwerkingscapaci-
156
In de techniek van plaatsbepa
ling en navigatie is in het
afgelopen decennium wel wat
veranderd.
teit van 250 km opgenomen raaien per 8 uur.
Het totaal aan opgenomen peilkilometers voor
de stormvloedkering bedroeg in 1981 18 000.
Men kan dus wel zeggen, dat de bodembewe
gingen en de bouwactiviteiten nauwgezet
worden gevolgd.
De verstrekking van actuele hydraulische
gegevens omtrent stroom, getij, en golfhoogte
en het te verwachten weer is voor een werk in
uitvoering te allen tijde van groot belang. Elke
minuut zendt het HISTOS-meetnet nieuwe
gegevens uit, die middels een 'snelpeil-systeem'
op de werkschepen kunnen worden ontvangen,
en daar in een meet- en verwerkingssysteem
worden ingelezen en gepresenteerd. Hoe deze
gegevens worden verkregen, wordt verderop
in het volgende artikel uitvoeriger beschreven.
Aan de meetsystemen op de grote werkschepen
zullen we nu extra aandacht besteden.
Wanneer gekozen wordt voor het ter plekke
samenstellen van geprefabriceerde onderdelen,
eist dit hoge nauwkeurigheden bij het plaatsen
van die onderdelen. Immers, een geringe
afwijking kan enorme gevolgen hebben voor
de rest van de samenstellende delen. Daar
komt nog bij, dat alle werkzaamheden worden
verricht vanaf min of meer beweeglijke werk
schepen, en voor een belangrijk deel onder
water plaats vinden. Dat betekent dat men
geen vast uitgangspunt heeft, en geen zicht op
het werk. Bovendien is het meestal niet
mogelijk een element weer op te pakken en
opnieuw te plaatsen; het moet in één keer
goed gebeuren.