Macoma De werkschepen in de Oosterschelde hebben namen gekregen van dieren die in dit zeegat voorkomen. Zo is de 'Macoma' genoemd naar het Nonnetje, een schelpdier van het zoute estuariene milieu. De 'Macoma' dient als afmeer- en opschoon- ponton, en is voornamelijk hulpschip bij de 'Ostrea'. De ponton heeft een totale lengte van 45 m, terwijl de breedte varieert van ruim 33 tot ruim 47 m. Het dek van de ponton wordt, behalve door het bedieningshuis, met uitgebrei de gescheiden lessenaars voor de bediening van de verschillende functies, vooral ingenomen door lier-opstellingen. Er staan vier lieren van 100 ton trekkracht, twee van 90 ton en twee van 60 ton. Voor de koppeling met de 'Ostrea' heeft de 'Macoma' bovendien de beschikking over een hydraulische koppelconstructie van 800 ton, bestaande uit vier horizontale cilinders die de benodigde kracht overbrengen op stalen ringen die sluiten over de pennen aan boord van de 'Ostrea'. De koppeling tussen deze twee werkschepen wordt geleid met vanaf de wal op scheepsba- kens gerichte 'Minilirs', die tien keer per seconde gegevens verstrekken over de plaatsaf wijkingen van die bakens; tegelijk wordt automatisch de lineaire afstand ingemeten. Deze informatie wordt op de 'Ostrea' opgevan gen en door een computer bewerkt, zodat het schip vrij varend de koppelpunten met de stilliggende 'Macoma' kan opzoeken. Aan de voorzijde van de 'Macoma' zit een beun van 22,50 bij 9,50 m, die na de koppeling aansluit op de beun van de 'Ostrea'. Hierin beweegt de baggerladder van de opschoon- instaIlatie waarmee de funderingsmat en eventueel de tegelmat vlak voor de pijler erop gaat worden neergezet, nog een keer zandvrij 172 worden gemaakt. De werkbreedte van de opschoon-apparatuur is 28,50 m, een ruimte die voornamelijk wordt ingenomen door zes stofzuigerkoppen van elk 4,70 m breed. Hierop staan twee onderwaterpompen met elk een vermogen van 800 kW, en een nominaal zuigdebiet van 2,3 m3/s. Om de aangetroffen aanzanding in suspensie te brengen zijn bovendien krachtige spuitinstallaties aange bracht. Achter de zuigkoppen zitten zanddikte- meters gemonteerd die na het zuigen de eventueel resterende laagdikte op de funde ringsmat meten, zodat men meteen ziet of er afdoende gezogen is. De hier gebruikte echolo den werken tot op millimeters nauwkeurig. Het behoeft niet te verbazen dat ze ontwikkeld zijn in de medische research, zij het in eerste instantie voor andere doeleinden. Bij het afzinken van de pijler worden allerlei verplaatsingen en rotaties ingemeten, maar ook het dynamisch gedrag van de pijlervoet plaat. De cyclustijd van de metingen tijdens deze kritieke bouwfase mag niet groter zijn dan drie seconden. Het hoofdbestanddeel van het meetbedrijf hier wordt gevormd door drie automatische theodolieten van het type 'Minilir', die reageren op reflectoren bovenop de pijler. Daarnaast gebruikt men zeer nauw keurige hellingmeters. Voor de geïntegreerde presentatie van de meetresultaten is een computer onontbeerlijk. De computer voert oo berekeningen uit om de verhaalschipper te ondersteunen bij ankerdraadbewegingen, zodat er exact 'gevaren' kan worden. De hele combinatie wordt namelijk vóór het afzinken nog eenmaal in zijn geheel verhaald over het funderingsbed om het voor de laatste keer op te schonen. Dit gebeurt tijdens hetzelfde laagwater-kenteringsvenster waarin de plaat-

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 54