sing wordt verricht, en wel zodra de stroom is afgenomen tot 1 m/s. Bij het opschonen is de aanwezigheid van een tegelmat ter vereffening van onvlakheden in het funderingsbed wel een complicatie. De tegelmat kan tot 60 cm hoogte boven de funderingsmat uitsteken. De zuigkoppen van de opschoon-installatie zijn nu zo geplaatst, dat ze niettemin zowel de tegelmat als de funde ringsmat bereiken. Bovendien zijn de eerder vermelde zanddetectoren in staat alle vlakken, en ook de hoek tussen de twee matten te inspecteren. Is de inspectie bevredigend dan worden de borgingen en buffers tussen de 'Ostrea' en de pijler verwijderd. Bij stroomsnelheden kleiner dan 1 m/s begint daarna het afvieren; daarbij bedraagt de toegestane fout wat betreft de plaats in beide richtingen 30 cm, die voor de scheefstand 7 mm per m. Is de pijler voor 20% van zijn gewicht op het funderingsbed neerge laten, dan vindt controle plaats van de positie. Na goedkeuring wordt de pijler verder afgevierd en wordt de grindzak om de pijlervoet gelost. De 'Macoma' doet verder ook dienst als afmeerponton voor de 'Dos I', bij het leggen van tegelmatten. 173

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 55