De bruggen over het Bathse
Spuikanaal
In Zuid-Beveland is, op korte afstand ten
westen van het Schelde-Rijnkanaal, het Bathse
Spuikanaal geprojecteerd. Dit kanaal, dat
dienst moet gaan doen als afwateringskanaal
voor het zoete Zoommeer, kruist, naast een
aantal leidingbundels, een afwateringskanaal
en de hoogwatering langs de Westerschelde,
ook nog de spoorlijn Bergen op Zoom-Goes en
een aantal wegen, namelijk de Bathseweg, de
Rijksweg A58, de Rijksweg 258, en de toegangs
weg naar de westelijke werkweg langs het
Schelde-Rijnkanaal, waarlangs ook de westzijde
van het Kreekraksluizencomplex bereikbaar is,
en tenslotte een strook grond ter breedte van
100 m, gereserveerd voor leidingen (fig. 1).
Voor al deze kruisingen zijn kunstwerken
nodig.
Na zorgvuldige afweging van de voor- en
nadelen van de mogelijke alternatieven, in
combinatie met het kanaalprofiel en de door-
stroomopening van de spuisluis, zijn bruggen
het meest aantrekkelijk gebleken. De leidingen
en de toegangsweg naar de landtong tussen de
kanalen respectievelijk de Kreekraksluizen
zullen over één brug worden geleid.
De meeste kruisingen liggen op korte afstand
van elkaar. Ter plaatse van de hier te bouwen
bruggen wordt het kanaal daarom met 35 m
versmald, zodat er kortere bruggen nodig zijn.
Daarmee wordt een aanzienlijke kostenbespa
ring verkregen, ondanks de meerkosten die uit
deze versmalling voortvloeien voor de spuisluis,
die dan een grotere doorstroomopening moet
hebben en voorde bodem-en taludbescherming
ter plaatse van de versmalling, vanwege de
hogere stroomsnelheid. Bij de Bathse brug
bleken de kosten van een kortere brug niet op
te wegen tegen die voor een kanaalversmalling
met bodem- en taludbescherming.
215