S menvattingen Post als centraal punt voor de meet- en peildiensten, en wordt van hieruit de onderwa terinspectie gedirigeerd. atten op maat, een verzekeringspremie s er oneffenheden blijken voor te komen in bovenste funderingsmatten in de Ooster- nelde, kan alsnog correctie worden aange- acht met behulp van twee stroken tegelmat- n, die zijn uitgevoerd als een contra-mal van nauwkeurig ingemeten onvlakheden. Deze orziening kost, exclusief materialen, zeventien een half miljoen gulden, hetgeen te beschou- en valt als een verzekeringspremie. De tegels jn met de draagkabels verbonden aan mat. zijn behalve rechte ook schuinoplopende gels, om de opschoonkop van de 'Macoma' t oplopen te vergemakkelijken, plaatsbepaling geschiedt in hoofdzaak door uwkeurige positionering van de 100 ton are kopbalk. or dit werk werd bestaand materieel ver- I uwd: niet alleen het schip dat de matten aan - grond moet brengen en de mattenrol, ook fabriek waar de mat wordt samengesteld. Uitvoeringspost Stormvloedkering D coördinatie van het werk wordt naarmate I Oosterschelde-project vordert, steeds i ewikkelder en belangrijker. De Uitvoerings- p Stormvloedkering, gevestigd op het vi keiland Neeltje Jans, verleent in dit opzicht v diensten. V uit de berichtenkamer worden Hydro-Meteo- 9 svens verstrekt in verband met de werkbaar- h< isverwachting. Hier worden ook berichten v ameld over acties in uitvoering. Daarnaast c( dineert de U.P.S. de ankerbehandeling in dt suitgaten en het scheepvaartverkeer van en n; de werkhavens. Tenslotte fungeert de Bouwfasenonderzoek met wiskundige getijmo dellen Om de stroombeelden tijdens de opeenvolgen de bouwfasen van de Oosterscheldekering onder alle getij-omstandigheden nauwkeurig te leren kennen is onderzoek nodig in kleinschalige tweedimensionele wiskundige modellen. De randvoorwaarden voor deze modellen kunnen niet zonder meer worden afgeleid uit die van de grote wiskundige modellen 'Randdelta II' en 'Scheldes'. Tussenmodellen met een maaswijd te van 90 m bleken daartoe onmisbaar. Er zijn thans afzonderlijke modellen voor elk van de drie sluitgaten, met een zodanige maaswijdte dat elke sluisopening er afzonderlijk in kan worden voorgesteld. De eerste ijkbereke- ningen geven aan dat de overeenkomst met metingen in de natuur voldoende groot is om er mee te kunnen werken. Aangroei van mariene organismen in en om de stormvloedkering Nagegaan wordt welke invloed de aangroei van mariene organismen - vooral mosselen - voor belemmerende werking zal hebben op onderdelen van de stormvloedkering in de Oosterschelde. Aangroei op de bovenste funderingsmatten zou ongunstig zijn, maar het is onwaarschijnlijk dat die optreedt, vanwege het vele zand dat hier voortdurend in beweging is. De drempel van de stormvloedkering biedt echter een aantrekkelijk milieu voor mosselen: goede hechtplaatsen en voldoende stroming. De mosselen zullen zich vooral concentreren in de buitenste drempellagen. Hoewel ongelijkmatige mosselaangroei ongunstig kan zijn voor de stabiliteit van de drempel, blijkt uit proeven in een biologisch model dat de drempel bij alle mogelijk te verwachten aangroeipatronen stabiel blijft. Het zuidelijke damvak van de Oesterdam Ontwerp, uitvoering en evaluatie Het zuidelijke damvak van de Oesterdam loopt vanaf Zuid-Beveland 3 km noordwaarts dicht langs de Schelde/Rijn-verbinding. Door tijdelijke dwarsverbindingen tussen het nieuwe damlichaam en de westelijke havendam van de Kreekraksluizen kon de taludverdediging eenvoudiger worden aangebracht; bovendien konden koperslakblokken van de voormalige

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 41