aktïjk van de begeleiding ging het vooral om
tensief schaduwonderzoek, aandacht voor
tvoeringsdetails en ondersteuning bij
oblemen: het resultaat van de opleverings-
mtrole mocht geen verrassing zijn. Dat dit tot
en aanzienlijke inspanning leidt, wordt
ellicht geïllustreerd door het feit dat voor de
sfaltwerken aan de havendammen van
Hoordland niet minder dan 1000 monsters
werden onderzocht. Maar zulke inspanningen
worden wel beloond. De actieve ondersteuning
linnen zo'n systeem van kwaliteitszorg leidt tot
kwaliteitsverbetering, zoals afgeleid kan
worden uit de verminderde spreiding in
verschillende eigenschappen van de verwerkte
waterbouwasfaltmengsels, tot zelfs het niveau
dat wordt bereikt in de asfaltwegenbouw.
Als laatste waterbouwmaterialen waarvan de
org voor de kwaliteit een interessante ontwik-
eling te zien geeft in de Oosterschelde,
espreken we de ongebonden materialen:
and, grind, breuksteen, mijnsteen en slakken,
'oor de relevante eigenschappen zoals
orrelverdeling, massaverdeling, dichtheid en
terkte, waren wel enkele beproevingsmetho-
en bekend, maar ze bleken in het algemeen
nvoldoende en ontoereikend. Eisen en
euringssystemen waren niet of nauwelijks
mtwikkeld en sloten totaal niet meer aan bij
vat vanuit het ontwerp van verscheidene
nderdelen van de stormvloedkering werd en
vordt geëist. De nieuwe benadering verliep
angs de volgende hoofdlijnen. Onderzoek
verd uitgevoerd bij de produktie van de
materialen, teneinde na te gaan welke eigen
schappen dat waren, hoe die varieerden en in
welke mate ze te beïnvloeden zouden zijn.
De resultaten van dit onderzoek werden
vergeleken met de uit het ontwerp voortvloei
ende eisen; dit leidde in het algemeen tot
aanpassing van produktie èn ontwerp. Bij de
uiteindelijk aan de materialen te stellen eisen
werden keuringsprocedures opgesteld op basis
van bestaande of ontwikkelde proefmethoden,
werd de wijze en plaats van monsterneming
vastgelegd, alsmede de gevolgen bij het niet
voldoen aan de eisen. Een en ander werd in
bestekbepalingen opgenomen. Vanwege de
grote hoeveelheden en het belang van onge
stoorde aanvoer lag de plaats van keuring
veelal bij de produktie. Dit kon op verschillende
manieren worden uitgewerkt: als bedrijfscontro-
le door de producent, met steekproefsgewijze
controle door hetzij de directie hetzij een
keuringsinstantie, keuring door of vanwege de
directie bij de producent of bij aanvoer,
controle per scheepslading of per periodieke
ontrole over langere perioden. De keuze van
het kwaliteitszorgsysteem voor een bepaald
materiaal hangt dan samen met de striktheid
van de eisen, maar ook met herstelmogelijkhe
den, bijsturing, keuringsinspanning, maatge
vende hoeveelheid, omvang van de levering,
enzovoort.
Breuksteen voor de drempel is eerder behandeld
in Bericht 98, november 1981, zodat het hier
wellicht voldoende is enkele ervaringen met
betrekking tot de kwaliteitscontrole nog even
aan te stippen.
Bij gebrek aan realiseerbare, dat is in de
praktijk haalbare en controleerbare eisen
moest in overleg met ontwerpers en producen
ten een nieuwe opzet worden ontwikkeld:
vastgelegd werden eisen voor de sorteringen,
de dichtheid, de dynamische sterkte, en de
toegestane verontreinigingen; verder de
omvang, plaats en wijze van monsterneming
en het onderzoek daarvan. Ook al gezien de
benodigde grote hoeveelheden en de afstanden
tussen groeve en werk viel de keus op een
certificeringssysteem, gebaseerd op eigen
controle door de groeve, waarvan door een
externe keuringsinstantie de effectiviteit en
zorgvuldigheid wordt nagegaan. Afwijkingen
over een zekere periode hebben gevolgen,
zoals bijsturing of kortingen. De directie heeft
bovendien de mogelijkheid bij aankomst
twijfelachtige ladingen te laten keuren. Het
speciale certificaat waaraan aanvankelijk werd
gedacht, bleek niet realiseerbaar: het stuitte op
zowel formele als produktie-technische bezwa
ren, zoals bijvoorbeeld de invloed van transport
en overslag. Wel is gebleken dat de opgestelde
eisen bij voldoende inzet goed te realiseren
zijn. Interne kwaliteitsbewaking is daarvoor van
de grootste betekenis. Dit was duidelijk een
nieuwigheid, die gewenning vereiste.
Bij het zand voor de grondverbetering was de
situatie weer geheel anders; dit werd in een
continuproces door hoppers gezogen en
meteen in het cunet gelost. Uiteraard werden
wel zekere eisen aan de korrelverdeling gesteld
in verband met de latere verdichting, maar in
de tijd die verliep tussen de bemonstering van
de hopperlading en de uitslag van het korrel-
verdelingsonderzoek was de lading inmiddels
allang gelost. Alleen in geval van extreme
afwijkingen, zoals verontreiniging, zou correctie
verantwoord zijn geweest, bijvoorbeeld door
verwijdering van reeds gelost zand.
Het belang van het onderzoek lag dan ook in de
mogelijkheid tot bijsturen van het verdichtings
proces bij variatie in het zand, en tot eventuele
keuze van een ander wingebied. Om die reden
zijn dan ook alle hopperladingen bemonsterd,
en werden de korrelverdelingen aan de
237