Vallende stenen Een van de randvoorwaarden voor het ontwerp van de pijlers en dorpelbalken van de Ooster- scheldekering is dat de stortsteen voor de drempel die eromheen wordt opgebouwd, zal worden aangebracht vanaf de waterlijn. De stenen zullen dus onder water vrij vallende de betonconstructie treffen. Het gaat om uiteenlo pende massa's, van 10 tot 10000 kg. Er moet rekening mee gehouden worden dat de stenen een zekere mate van beschadiging zullen toebrengen aan de constructies die ze treffen. Die beschadiging kan optreden in twee vormen: verbrijzeling van het betonoppervlak en overbelasting van de beton-doorsnede. Om inzicht te krijgen in de grootte van de stootkrachten en de mate van beschadiging is een onderzoek uitgevoerd naar deze vallende stenen. De theoretische, rekenkundige benade ring leverde, mede door de vele aannamen, zulke onzekere en onwaarschijnlijke resultaten op, dat besloten werd het onderzoek proefon dervindelijk voort te zetten, op ware grootte. Het theoretisch onderzoek was erop gericht, voorspellingen te doen van de te verwachten beschadigingen. Hiervoor moest eerst de trefsnelheid worden bepaald. Daar de bedreigde constructiedelen zich op grote diepte onder water bevinden, kan worden uitgegaan van de evenwichtssnelheid (figuur 1Al naar gelang van de respons van de constructie op een stootvormige belasting is er sprake van een elastische of van een 'starre' stoot. Eerst zijn stootkrachten berekend volgens het elastische model. De resultaten zijn vermeld in tabel 1. Voor schuine vlakken 18 10 is een reductiefac tor toegepast van 0,3. Benaderingen volgens de formule van de starre stoot leidden tot nog hogere stootkrachten. De berekende stootkrach ten zijn zo groot dat stenen van 3000 kg de 255

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 31