is op een bijzondere manier verwerkt tot een
kwaliteitscontrolesysteem. Uitgangspunt was,
dat de keuring op de plaats van fabricage van
garens en weefsels moest plaatsvinden, omdat
controle bij aflevering een complexeorganisatie
zou vereisen. Bovendien zou het weefsel, als
tot afkeuring zou moeten worden overgegaan,
moeten worden geretourneerd, met als gevolg
stagnatie in de voortgang van de werken:
zowel de blokkenmat als de steenasfaltmat
werden in continu-processen vervaardigd èn
aangebracht.
Daarom is voor de garens tot een systeem van
certificering overgegaan, waarvoor als basis
zogenaamde K-bladen zijn opgesteld. Die
beschrijven de aan de garens gestelde eisen,
Vlonsterneming van zand op de monsterneming en de beproeving. Bedrijven
^en baggerinstallatie aan de die op basis van een dergelijk certificaat willen
■rtaas leveren, dienen een interne kwaliteitsbewaking
233