De sluizen bij Hansweert en
het Kanaal door Zuid-Beveland
n Bericht 82 (november 1977) en 99 (augustus
981) zijn de plannen voor de verbetering van
iet Kanaal door Zuid-Beveland aan de orde
leweest. Het gaat in hoofdzaak om verbreding
ran het kanaal, opheffing van de sluizen bij
Vemeldinge en vervanging van het sluizencom-
ilex bij Hansweert door een nieuw complex
en oosten van het bestaande.
Toen binnen het Oosterscheldeproject compen
serende bezuinigingen moesten worden
gevonden, is de uitvoering van een deel van de
werken, namelijk de verbreding ten noorden
van de Vlaketunnel - de kruising met RW 58 - en
de opheffing van de sluizen bij Wemeldinge,
opgeschoven naar de periode na 1986. Blijven
over de werken die noodzakelijk zijn ter
vervanging van de sluizen bij Hansweert. Ook
de uitvoering van dit complex is zo sterk
getemporiseerd, dat de tweede sluis pas
omstreeks 1990 zal gereedkomen.
Dit artikel gaat in op de noodzaak van de
vervanging van de sluizen bij Hansweert.
Naast het feit dat de tegenwoordige sluiskolken
te klein zijn om in de toekomst tegelijkertijd èn
het bestaande scheepvaartverkeer èn vierbaks-
duwvaart te kunnen verwerken, is er nog een
geheel andere reden die vervanging nodig
maakt.
Ten opzichte van de Westerschelde, een
zeearm die in open verbinding staat - en blijft
staan - met de zee, maakt het sluizencomplex
Hansweert deel uit van de primaire zeewering.
Ingevolge de Deltawet moet elk onderdeel van
deze zeewering aan zware veiligheidseisen
voldoen. Onder andere is vastgesteld wat de
hoogst toelaatbare kans is, dat een onderdeel
van de kering niet meer kan voldoen aan de
eraan toegedachte kerende taak. Deze kans
bestaat uit een 'verstandige optelsom' van
allerlei kleinere kwade kansen. Eén van die
- kleinere - kwade kansen is de mogelijkheid
dat het water een zekere hoogte overschrijdt,
waardoor een deel van de zeewering zou
overlopen. Daarbij geldt: hoe hoger de water
stand, hoe kleiner de kans dat hij optreedt. Een
andere kwade kans bestaat daarin dat een
275