Inrichting en beheer van het Markiezaat Na overleg met de Compartimenteringscom missie Oosterschelde werd in 1977 op verzoek van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant een werkgroep ingesteld die tot taak kreeg een beleidskeuze voor te bereiden voor de inrichting van het af te sluiten Verdronken Land van het Markiezaat van Bergen op Zoom. De werkgroep bracht in 1978 een nota uit, op basis waarvan een beleidskeuze kon worden gemaakt. Men koos voor een stedelijke ontwik keling met 4000 woningen op een landtong, de Bergse Plaat, aansluitend op de Augustapolder, en voor de vorming van een randmeer, de Binnen Schelde, in het noordoostelijk deel van het Markiezaat, gescheiden van de rest van het Markiezaatsmeer. Voor landtong en waterschei ding denkt met gebruik te maken van materiaal afkomstig uit het te graven Bathse Spuikanaal. Het zuidelijk deel van het Markiezaat kreeg als hoofdbestemming natuurgebied met daaraan ondergeschikt, en er deels op afgestemd, extensieve recreatie. Het Randmeer, met een waterpeil tussen N.A.P. en N.A.P. 20 cm, zal primair een recreatieve functie krijgen, ter afleiding van de recreatiedruk van het zuidelijke natuurgebied. Deze bestemmingskeuze was tevens het uitgangspunt voor een in 1980 opgerichte organisatiestructuur, die de coördinatie rond de inrichting en het beheer van het Markiezaats- gebied moest verzorgen. In deze organisatie structuur waren verschillende departementen, provincies en gemeenten vertegenwoordigd, die zowel momenteel als in de toekomst belangen hebben in het gebied. De aanleiding voor de gehele planvorming van het Markiezaatsgebied is uiteraard vooral de uitvoering van de Deltawerken, waardoor het Markiezaatsgebied uiteindelijk zal veranderen van een zout getijdegebied in een zoet, semi- tagnant meer met oeverlanden. Deze verande- ng gaat echter geleidelijk. Hoewel men anvankelijk van plan was het Markiezaatsmeer n 1982 met een doorlatende kade af te sluiten, s na de onverwachte doorbraak van de kade n maart 1982 besoten het gebied volledig af te sluiten. Praktisch gelijk met de kade komt daarin in 1983 een doorlaatmiddel gereed. Dan zullen zich in het Markiezaat door het wegvallen van het getij grote veranderingen gaan voordoen. Het water is dan echter nog zout. De volgende fase begint nadat de Oesterdam en Philipsdam gereed zijn, en het Zoommeer, waar het Markiezaat dan een afgescheiden onderdeel van uitmaakt, zoet wordt. Dan zal het Markiezaat eveneens zoet worden. Gelet op bovengenoem de beleidsuitspraken ten aanzien van de te realiseren bestemmingen in het gebied, en ook rekening houdend met het feit dat het gebied in 1983 in feite wordt afgesloten, zijn in de afgelopen jaren vele studies en rapporten geschreven, vanuit meer of minder brede sectorale beleidsinvalshoeken. Zo werd het Streekplan West-Brabant vastge steld. Voor het Markiezaatsgebied zijn de mogelijke bestemmingen natuur, stedebouw en recreatie daarin opgenomen met een optie tot nadere uitwerking. Het streekplan Midden-Zeeland werd voorge steld, waarin voor de zuid-westelijke hoek van het Markiezaat de mogelijkheid van een dagrecreatie-gebied was opgenomen. Van Zeeuwse zijde wordt deze mogelijke bestem ming thans minder ondersteund, omdat nieuwe studies hebben uitgewezen dat zich langs het toekomstige Spuikanaal Bath goede mogelijkheden voordoen om recreatie te ontwikkelen. In de gemeente Bergen op Zoom is een bestemmingsplan 'Land-Water' vastgesteld, waarin de landvorming ten behoeve van eventuele stedebouw en de vorming van het randmeer Binnen Schelde wordt geregeld. De gemeente Woensdrecht heeft een voorbe- 331

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1983 | | pagina 45