en voorwaarden gebonden.
Hoewel uitgegaan is van een stagnant zoutwa-
terpeil, zijn in principe ook in de overgangsfase
verschillende waterhuishoudkundige beheers-
mogelijkheden aanwezig, afhankelijk van het
beheer van het doorlaatmiddel. Hiervoor zullen
binnenkort nadere plannen moeten worden
uitgewerkt.
Recreatievormen zoals plankzeilen moeten in
het Markiezaatsmeer worden voorkomen.
Thans wordt uitgewerkt wat er in het randmeer
gedaan zal moeten worden, rekening houdend
met de wat langere toekomst en met de
overgangsperiode, waarin nog velerlei activitei
ten in het gebied plaatsvinden. Nadere plannen
worden eveneens uitgewerkt voor de water
scheiding en de landtong, deelgebieden 14 en
14a. Op de waterscheiding zal bijvoorbeeld een
fietspad aangelegd moeten worden, dat op het
randmeer is gericht; het zuidelijke meer zal zo
min mogelijk toegankelijk gemaakt moeten
worden. Dit laatste geldt in nog sterkere mate
voor de zuidkant van de landtong: de overgangs
zone naar het zuidelijk natuurgebied zal voor
allerlei invloeden zo ondoordringbaar mogelijk
gemaakt moeten worden.
Tenslotte wordt overwogen de Markiezaatskade,
deelgebied 12, voor niet-gemotoriseerd verkeer
toegankelijk te maken; hier vooral wordt aan
sportvisserij gedacht als oeverrecreatievorm.
In de nota wordt verder ingegaan op de kosten
die deze maatregelen met zich mee zullen
brengen, op de kostenverdeling tussen verschil
lende partijen, op uitvoerende en beherende
instanties en op eigendomssituaties. Voorts
worden aanbevelingen gedaan voor onderwer
pen die op korte termijn om een nadere
uitwerking vragen; deze activiteiten zijn reeds
in gang gezet vanuit de werkgroep 'MARKIN',
die het verdere planningsproces zal blijven
coördineren.
Om de integrale planvorming van het gebied,
die door inspanning en samenwerking van vele
betrokken instanties binnen de Markiezaats-
organisatiestructuur tot stand is gekomen, een
hechtere juridische basis en daarmee een
bindend karakter te geven, is door de Bestuur
lijke Commissie Markiezaat aanbevolen de nota
de status te geven van een zogenaamd uitwer
kingsplan van de bestaande streekplannen,
zowel van West-Brabant als van Midden-
Zeeland. Hiermee is reeds een aanvang
gemaakt.
Fig. 2. Organisatieschets van
het bestuurlijk overleg.
(JURIDISCHE ASPECTEN(INRICHTINGSASPECTEN) WATERHUISHOUDKUDIGE ASPECTEN)
335