m het funderingsbed zijn eisen omtrent de filtersamenstelling, de vlakheid en de aan sluiting van de ondermat aan de ondergrond. Aan de filtersamenstelling van zowel de mat als van het losgestorte filter worden zeer hoge eisen gesteld. Dat moet ook wel, want deze filterlagen moeten ervoor zorgen dat het Oosterschelde-zand bij gesloten kering tijdens een storm niet onder de kering vandaan spoelt. Aangezien de gelegde matten de basis vormen voor de pijlers, worden ook aan de vlakheid hoge eisen gesteld. De eisen die worden gesteld aan de aansluiting van de mat met de ondergrond houden er ook verband mee dat geen transport van zand onder de mat mag plaatsvinden. Uit proeven bleek dat als er spleten onder de mat aanwezig zijn, transport van zand kan plaatsvinden, met als mogelijk gevolg scheef- zakken van de pijlers. De filtersamenstelling van de matten is voor wat betreft de lagen zand en fijn grind goed. Aangezien het grove grind ontmengingsgevoe- lig is moet in de fabriek extra aandacht besteed worden aan die ontmenging. Van de mat als geheel kan gezegd worden dat er een goed filter mee verkregen wordt op de bodem. Dit geldt minder voor het losgestorte filter. Bij de keuring van dit laatste filter gaat het vooral om filterkwaliteit en laagdikte. De laagdikte wordt bepaald uit peilingen; ze voldoet in het algemeen aan de gestelde eisen. Op een aantal locaties is echter slechts de minimum-laagdikte aanwezig. De filterkwaliteit wordt vastgesteld door grondonderzoek. Op grond van de bemonstering moet die kwaliteit als matig worden beoordeeld. Voor naamste reden daarvan is dat tijdens het storten van het grindzand 1-32 mm ontmenging optreedt, waarbij de zandfractie gedeeltelijk uitspoelt. Het resultaat is dat het filter in het algemeen van onderen te grof en van boven te fijn is geworden. Aanvankelijk ging de bemonstering nog moeizaam, met lage opbrengsten. Na optimali sering van de boormethode verloopt dat nu belangrijk beter, zodat weinig twijfels meer bestaan omtrent de representativiteit van de boringen. De beschikbare resultaten geven aan dat de kwaliteit zich bevindt in de marge van de toleranties. Bovendien is de relatie tussen het proces en de bereikte kwaliteit voor een deel onbekend. Hoewel de procesparameters onderling soms sterk variëren is de invloed van elk van hen op de bereikte kwaliteit nauwelijks te onderkennen. Een en ander betekent dat bemonstering op verschillende plaatsen op het schip en bemon stering van alle afzonderlijke losgestorte filters noodzakelijk blijft. Om een betere gradering op de bodem te verkrijgen is in mei besloten aan het basis mengsel 1-32 mm strengere eisen te stellen. Het stortproces van de afdeklaag - basalt 40-230 mm - van de filters is goed regelbaar; wel wordt hinder ondervonden van grote stenen in het materiaal. Tijdens het werk in de Hammen is besloten het basalt af te dekken met grindwiepenmatten. Hierdoor is het mogelijk geworden de sortering 40-230 mm te veranderen in 40-200 mm, zodat de hinder van grote stenen teruggebracht kon worden. De laagdikte van de afdeklaag voldoet overal aan de eisen. Het stort ligt in de meeste gevallen vrijwel symmetrisch ten opzichte van GETIJKROMME M/S 6 12 18 124 30 36 42 90 96 102 108 114 120 126 132 ~l11111111111111111111T GROF DUSTPANNLN ROL 1 IN - 0 UIT - lili KOPPELEN LEGGEN 11 ONDERMAT GROF DUSTPANNEN J VERDICHTEN BOVENMAT REST ONDERMAT LJLIIJ ONDERLAAG LOSCESTORT FILTER II TOPLAAG LOSGESTORT FILTER BOVENMAT FILTER- MATTEN- FABRIEK 1 PRODUCTIE ONDERMAT Éi... _J BOVENMAT _jONDERMAT CU BOVENMAT 356

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 14