Tabel 2. Toelaatbare en geschatte kans op zettingsvloeiingen.
Gebied
Aantal
Toelaatbare kans op een zettings
Geschatte kans op een zettingsvloei
loca
vloeiing per locatie
ing per locatie
ties
i.v.m. falen
i.v.m. schade
zonder maat
bij bestorting
stormvloedkering
regelen
kuilhelling
Oevers
Roompot-O
5
0,6.10 6/jr
niet maatgevend 110"3/jr
2,5.104/jr
Hammen-W
3
0,5/jr
niet maatgevend 1.10 2/jr
2.103/jr
Roompot-W
4
vele malen/jr
vele malen/jr
1.10 2/jr
Hammen-O
4
vele malen/jr
vele malen/jr
1.10 2/jr
Plaatranden
Schaar Z-W
3
800/jr
2,5.10 2/jr
1.10 2/jr
2.103/jr
Schaar Z-0
3
800/jr
25/jr
1103/j r
Schaar N-0
2
800/jr
25/jr
1.10Vjr
Hammen-Z-0
1
800/jr
25/jr
1.10 2/jr
Overige
11
800/jr
Randen
bodembescherming
type 1
40
0,6.10~2/jr
2,5.10 2/jr
0,5.10 Vjr
2.10 3/jr
type II
10
0,6.10 2/jr
2,5.10 2/jr
0,5.10 t/jr
1.10 3/jr
Type I: kuil in zettingsvloeiingsgevoelige laag
Type II: kuil onder zettingsvloeiingsgevoelige laag
Aan de hand van de resultaten van de faalkans
beschouwing kunnen nu enige algemene
conclusies worden getrokken.
Onder de Noordbevelandse oever is het
bestorten van de kuilhelling naar alle waar
schijnlijkheid als maatregel niet afdoende. Bij
de overige oevers behoeven in het geheel geen
maatregelen te worden genomen. Er zullen af
en toe zettingsvloeiingen optreden, maar die
vormen geen bedreiging voor de oevers.
Hetzelfde geldt voor de plaatranden, met
mogelijk één uitzondering: Schaar Zuid-West.
Vanwege schade aan de havendam is een
bestorting van de zijhelling zinvol als de
ontgrondingskuil dicht bij de havendam komt.
Bij de randen van de bodembescherming is het
nodig en in het algemeen afdoende om de
aanzettaluds te bestorten. Hierbij dienen de
steile aanzethellingen op tijd te worden
gesignaleerd; tevens moet er voldoende
mobilisatietijd beschikbaar zijn. De verwachting
is dat op die plaatsen ter hoogte van de
bouwfronten waar nog praktisch geen ontgron
ding heeft plaatsgevonden, in korte tijd zulke
grote ontgrondingen kunnen optreden, dat de
beschikbare mobilisatietijd onvoldoende zal
zijn. Voor deze locaties is dan ook aanbevolen
extra maatregelen te nemen.
De maatregelen ter voorkoming van instabiliteit
362
Fig. 3. Regelmatige ontwikkeling var
een diepe kuil vlak achter de
bodembescherming
kunnen worden onderverdeeld in passieve
- men wacht tot de ontgronding heeft plaats
gevonden - en actieve: voordat de ontgronding
heeft plaatsgevonden wordt al een maatregel
genomen. Het bestorten van een kuilhelling is
een passieve maatregel, met als doel het
voorkomen van zettingsvloeiingen in losgepakt
zand en van afschuivingen in vastgepakt zand
of samenhangende grond, zoals klei.
Daarnaast is er een hele serie actieve maatre
gelen denkbaar, zoals verdichting van stroken
naast de rand van de bodembescherming, in
combinatie met bestorting van de kuilhelling,
en eventueel gecombineerd met verlenging
van de bodembescherming tot aan de tweede
verdichtingsstrook. Het doel van deze maatrege
is een grote mate van veiligheid te verkrijgen
tegen het optreden van zettingsvloeiingen en
afschuivingen. Om aan het gestelde doel te