natuurfunctie is onderscheid gemaakt tussen beïnvloeding door in het eigenlijke recreatiege bied aanwezige recreanten en beïnvloeding door recreanten die de weg langs komen, en tijdens een kort oponthoud de natuur kunnen verstoren. Bij de alternatieven I, II, IIA en III is de kans aanwezig op enige beïnvloeding van het Oosterscheldegebied dat grenst aan het lage zoute bekken. Door het ontbreken van recreatieve voorzieningen zal de beïnvloeding bij alternatief IA beperkt blijven tot mogelijk enige verstoring door passerende recreanten. Bij de alternatieven II en IIA zal meer verstoring optreden, in verband met daar geschapen mogelijkheden voor extensieve recreatie. In vergelijking met de andere alternatieven zal de verstoring van de natuurfunctie bij alternatief III betrekkelijk groot zijn. Alleen bij alternatief III zijn mogelijkheden aanwezig voor op het gebruik van het water gerichte recreatievormen. Maatregelen moeten worden getroffen om te voorkomen dat hieruit hinder voortvloeit voor de scheepvaart; die zullen echter nooit geheel afdoende kunnen zijn. Bij de overige alternatieven ontbreken mogelijkheden voor de waterrecreatie nage noeg, en dus zal daardoor geen hinder voor de beroepsvaart ontstaan. Gezien de aantrekkelijkheid van het schouwspel van het schutbedrijf in de Krammersluizen voor recreanten, moet, afhankelijk van de intensiteit van het recreatieve gebruik van het gebied, enige hinder voor het beheer van het sluizen- complex worden verwacht. Deze hinder zal het grootst zijn bij alternatief III. Daar op het sluisterrein geen particuliere auto's zullen worden toegelaten en de loopafstand vanaf het recreatiegebied vrij groot is, zal de daadwerkelijk optredende hinder naar verwachting beperkt blijven. De verkeersveiligheid te land kan in negatieve zin worden beïnvloed door recreanten die de weg oversteken. De mate waarin dit zal gebeuren is afhankelijk van de onderlinge relatie tussen de gebiedsdelen aan beide zijden van de weg. Deze ontbreekt in alternatief IA, waarin het lage zoute bekken geen recreatieve nevenfunctie vervult. De relatie en daarmee de invloed op de verkeersveiligheid is het sterkst in alternatief III. Indien nodig kunnen verkeers- voorzieningen worden getroffen, bijvoorbeeld in de vorm van een verkeerslichteninstallatie of een voetgangerstunnel. De mogelijkheden om werken voor de inrichting van de Plaat van de Vliet te combineren met werkzaamheden aan de Philipsdam is onder meer afhankelijk van het tijdschema van de uitvoering van de dam, van het tijdstip waarop een meer gedetailleerd en goedgekeurd inrichtingsplan beschikbaar kan zijn en van de aard van de uit te voeren werkzaamheden. Voorzieningen voor beweiding van het gebied of voor de extensieve recreatie hebben slechts een beperkte omvang, en kunnen eerst worden aangebracht nadat de natuurfunctie zich enige tijd heeft kunnen ontwikkelen. Combinatie van deze werkzaamheden met de uitvoering van de dam kan dus buiten beschouwing worden gelaten. Wel biedt het treffen van voorzieningen om het lage zoute bekken geschikt te maken voor het plankzeilen de mogelijkheid tot combinatie van werkzaamheden: het lijkt mogelijk deze voorzieningen te realiseren als onderdeel van het waterstaatkundig beheer. Met het verkrijgen van de benodigde vergun ningen is naar verwachting ongeveer een jaar gemoeid. De voorbereiding van een project overeenkom stig alternatief III vergt, afhankelijk van de planologische procedures, 1 tot 5 jaar. Het lijkt mogelijk om met name te denken aan een gecombineerde uitvoering van het grondwerk, de ontsluitingswegen en de aan te brengen oeververdedigingen. 388

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 46