SCHOUWEN en Noord-Beveland beperkt. Plaatselijk wordt hierdoor afbreuk gedaan aan de karakteristieke wijdheid van het Oosterscheldegebied. Aan de Oosterscheldezijde van het damvak wordt het beeld vooral bepaald door uitgestrekte werkter reinen en bouwdokken. Door middel van het landschapsontwerp zou gepoogd kunnen worden de specifieke kenmerken van het getijdemilieu ervaarbaar te maken als contrast met het technische patroon van de kering. Door de aanwezigheid van omvangrijke secundaire elementen is de functionele structuur van het waterbouwkundige werk vaak moeilijk in het beeld herkenbaar. Met name aan de Oosterscheldezijde wordt de lineaire hoofdvorm van de kering in het landschap overheerst door secundaire elementen. Daarom wordt voorgesteld in het ontwerp een duidelijk onderscheid aan te brengen tussen de 390 hoofd- en bijzaken van de kering. Als middelen daartoe worden genoemd het verlagen van de kruinhoogte van dwars op de kering gelegen dijken, het verlagen van de werkterreinen, het tot stand brengen van een ruimtelijke scheidim tussen de kering en de erlangs gelegen bouwputdijken of restanten daarvan. Verder is overwogen dat onderdelen van de hulpwerken, zoals bouwdokken en werkhavens blijvend uitdrukking zouden kunnen geven aan de inspanningen bij de bouw van het unieke waterbouwkundige werk. Bij de landschapsstudies is voorts de wenselijk heid onderkend om een zo groot mogelijke vrijheid te behouden ten aanzien van de uiteindelijke keuze van nevenbestemmingen. De reden hiervan is dat, parallel aan de land schapsstudies, onder verantwoordelijkheid var de Stuurgroep Oosterschelde werd gewerkt

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 48