en ander betekende dat het slib rondom de pijlers en de grindzakken met een aangepaste zuiger moest worden verwijderd. Als de pijlers werden geheven, bleek dat de dunne metalen laag die onder de pijler was bevestigd en die diende als scheidsvlak tussen de betonconstructie en de werkvloer, losliet, hetzij geheel hetzij gedeeltelijk. Om beschadigingen van de funderingsmatten en de propellers van de 'Ostrea' te voorkomen werd overgegaan tot standaardcontrole van de gehele pijlerbodem, en tot verwijdering van de loslatende beplating. In het bouwdok werden daarom balken geplaatst, waarop de pijlers voor deze werkzaamheden tijdelijk konden worden neergezet. Zijn de nodige controles en werkzaamheden aan een pijler verricht, dan wordt hij opgepakt door de 'Ostrea' en naar het sluitgat getranspor teerd. In verband met de benodigde waterdiepte wordt om de zandplaten in de Oosterschelde- mond heengevaren, door vaargeulen die deels voor dit doel moesten worden uitgediept. Aangekomen op de locatie in het sluitgat koppelt de 'Ostrea' zich aan de 'Macoma', die tijdens zijn voortdurende verblijf in het sluitgat de vereiste voorbereidende werkzaamheden heeft verricht. De koppeling van de beide schepen vindt eerst plaats als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Om te beginnen dient het funderingsbed gereed te zijn voor de ontvangst van de pijler, dus voldoende vlak, al dan niet met behulp van een tegelmat. In de funderingsmatten mogen geen scheuren zitten, en om bestand te zijn tegen de stroomsnelheden rond de pijler dienen ook de afstorting van de naad tussen de funderingsmatten en de grindwiepenmatten 5 412

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 10