derde kettingbaan een gekleurde kunststofdraad meegeweven. Daarna worden de wiepen met behulp van hydraulische kranen op het net geplaatst, en aan de drager vastgebonden. Als de eindverbinding aan de staartzijde van het net is bevestigd wordt hij gekoppeld met de zinkbalk van de mattenlegponton, die dan het eerste gedeelte van de mat opwikkelt. De zinkbalk is voorzien van een hydraulisch aangedreven grendelsysteem. Na de produktie van het tweede gedeelte wordt de eindverbin ding van de mat aan de kopzijde verbonden met de eerder genoemde houdlieren. De mattenlegponton 'Sepia' is een U-vormige ponton met een lengte van 25 m en een breedte van 30 m. Tussen de zijpontons is een stalen trommel aangebracht, voorzien van astappen. Op deze mattenrol wordt de grind- wiepenmat gewikkeld. De aandrijving van de rol tijdens het opwikkelen van de mat en het afremmen ervan tijdens het afzinken van de mat geschiedt door twee hydraulische cilinders, één aan elke kant, die om beurten aangrijpen in uitsparingen aangebracht in de omtrek van de eindflenzen van de mattenrol. Om de grindwiepenmat te kunnen leggen wordt de 'Sepia' gekoppeld aan het op locatie verankerde werkschip 'Jan Heymans' of aan de 'Macoma'-'Donax-l'-combinatie. Het koppelsys teem bevindt zich op de 'Sepia'; het bestaat uit twee buffers en zes afmeerlieren. Elke buffer bestaat uit vier stel schuifbuffers en één rolbuffer. Op de schuifbuffers staat de span kracht tussen de 'Sepia' en het werkschip waaraan hij is gekoppeld. De rolbuffer laat verticale verplaatsingen toe van de schepen ten opzichte van elkaar. Dezelfde installatie 3 418

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 16