r" De hoofdtaak van deze zogenoemde Deltavloot oestaat in het uitvoeren van de werken en in net geven van operationele en waterloopkundi ge steun daarbij. Maar daarnaast doet de vloot dienst bij waterloopkundig en milieutechnisch onderzoek en bij waterloopkundige bewakings aken. Vele schepen van deze vloot behoren toe aan de Rijkswaterstaat; andere zijn eigendom van de aannemers; weer andere worden van derden gehuurd. De aannemers zetten bij de jitvoering van de werken in de Oosterschelde nun gespecialiseerde materieel in, dat overigens ook bij andere karweien weer te gebruiken is; orofielzuigers, bakkenzuigers, hopperzuigers, oaggermolens, steenstorters, zinkpontons, onderlossers en elevatorbakken. Sleepboten en sokken worden in het algemeen van derden gehuurd. Ook dit zijn gespecialiseerde vaartui- ~y ;g. 1. Groei van de peil- hepen tussen 1956 en 1978 eetvloot bijeen aan de oravond van een grote nultaanmeting gen, voor verscheidene werkzaamheden bruikbaar. Een aantal werkschepen voor de bouw van de Oosterscheldekering bleek echter qua bouw en uitrusting zo specialistisch te moeten zijn, dat zij slechts bij dit ene werk kunnen worden gebruikt, of hoogstens later voor soortgelijke gespecialiseerde werkzaamhe den. Voor aannemers of verhuurders is het niet aantrekkelijk om zulke vaartuigen te bezitten. Voor de Rijkswaterstaat heeft dat ook geen voordelen, want de verrekenprijzen zouden zeer hoog moeten zijn, omdat ze praktisch op dit ene werk alleen moeten worden afgeschre ven. Het is voor de Rijkswaterstaat van groot belang, dat hij zelf grote invloed kan uitoefenen op het ontwerp van zulke werkschepen, waar het welslagen van de hele operatie van afhangt, en dat hij zelf kan zorgen voor ondersteuning, begeleiding en onderzoek. Over het functione ren van de hier bedoelde bijzondere werksche pen is al eerder geschreven, samenvattend vooral in Bericht 103 (februari 1983). Het zijn het verdichtingsschip 'Mytilus', de mattenrol- ponton 'Cardium' met de inspectieslede 'Asterias' en de mattenrollen 'Ensis' en 'Twen- sis', het hefschip 'Ostrea', de afmeer- en opschoonponton 'Macoma' en de tegelmatten- legger 'Donax-I', met de mattenrol 'Donax-H'. Alleen het rijksvaartuig 'Sepia' (Inktvis), dat grindwiepenmatten legt, werd in deze kolom men nog niet eerder genoemd. Van de bijzondere werkschepen is er maar één niet van het Rijk: de 'Jan Heymans', oorspron kelijk asfaltschip, later verbouwd tot stortschip voor losse filterlagen tussen de funderingsmat- ten en assistent van de 'Cardium' bij het matten leggen. Kleine schepen Voor de operationele ondersteuning en begeleiding van de uitvoering is een groot aantal niet-gespecialiseerde scheepjes in de vaart, die op bestekken of huurovereenkomsten worden aangetrokken. Ze worden in hoofdzaak gebruikt door uitvoerders, toezichthouders en scheepsmeesters, en voor het vervoer van personeel en klein materieel. Ook gespeciali seerde vaartuigen en pontons kunnen tot deze categorie worden gerekend. Het Rijk bezit zelf in deze groep het directievaartuig 'Helcherzee', het voor de bodemkruiper 'Portunus' als moederschip dienende 'Wijker Rib', dat zijn loopbaan begon als steenstorter en daarna lange tijd peilvaartuig is geweest (Bericht 71, februari 1975); verder de rijksbok 'Ursus', het ankerbehandelingsvaartuig 'Area' (Arik), de reparatieponton 'Mactra' (Strandschelp) en de roll-on-roll-off ponton 'Sally-A'. Niet van de 421

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 19