Rijkswaterstaat zijn de duikwerkschepen 'Zuidvliet', Katseveer', 'Hillechien' en de geo-ponton 'Johan V' (Bericht 98, november 1981). Voor waterloopkundige ondersteuning, onderzoek en bewaking beschikt de Meet- en Studieafdeling te Zierikzee over een gestaag groeiende vloot. De taken op dit gebied hebben zich snel vermenigvuldigd en bovendien werden er steeds nauwkeuriger en sneller meetmethoden geïntroduceerd en werd de gegevensverwerking geautomatiseerd; daar bovenop kwamen telkens strenger geformuleer de veiligheidseisen. Tengevolge van een en ander hebben de betrokken meetschepen in de loop der jaren een geheel ander aanzien en een nieuw uitrustingspakket gekregen. Tot de ondersteunings- en begeleidingstaken van deze vloot behoren werklodingen van zandstort- en zandwinplaatsen, steenbestortin- gen, bodembeschermingen en funderingen, stroommetingen voor de planning der werk zaamheden, voor de controle op eerder gedane voorspellingen en zandtransportmetingen. Het waterloopkundig onderzoek waarvoor deze meetschepen gegevens verzamelen, omvat naast getij- en golfonderzoek ook metingen van zouttransport, zoutgehalte, temperatuur en waterdiepte - met behulp daarvan actualiseert men de waterloopkundige modellen in Delft en De Voorst - en ook nog boringen en sonderin gen. Ook zijn vele, al dan niet jaarlijks herhaalde lodingen en peilingen nodig voor de bewaking van de stabiliteit van kunstwerken en oevers. Het plaatsen en trekken van meetopstellingen en onderhoudswerkzaamheden aan golf-, getij en andere meetopstellingen komen daar natuurlijk nog bij. Laten we nu in vogelvlucht de ontwikkeling van de vloot van peil- en meetvaartuigen overzien. De geschiedenis begint in 1956 met het in gebruik nemen van de eerste peil- en meetvaar tuigen van de Deltadienst. De uitrusting van deze vletten was zéér eenvoudig, en naar huidige begrippen beslist primitief. De scheep jes waren in al hun primitiviteit geweldig wendbaar, en ze gingen zelfs bij stormachtig weer het water op, hoewel ze de classificatie 'zeewaardig' thans niet meer zouden kunnen verwerven. Het enige geautomatiseerde instrument aan boord van deze schepen was een hydrografisch echolood voor dieptemetin gen, dat gevoed werd door de enige accu aan boord, die tegelijkertijd werd opgeladen. De rest van de peilwerkzaamheden werd geheel Werkschepen voor anker in de Oosterscheldemond 422

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 20