De vernieuwing, die een jaar in beslag heeft
genomen, betekent een belangrijke verbetering
van de efficiency en biedt veel meer mogelijk
heden voor het uitvoeren van omvangrijke en
gecompliceerde onderzoeken.
Het Rekencentrum te Zierikzee bestond vroeger
uitdrietafelrekenmachines met randapparatuur.
Jarenlang was deze apparatuur afdoende om
de gegevensstroom aan te kunnen. In 1980
echter trad een belangrijke verandering op. In
dat jaar werd een deel van het HISTOS-meetnet
operationeel, waardoor de gegevensstroom
aanzienlijk toenam.
Het meetnet wint thans continu gegevens in op
een veertigtal locaties in en rond de Oosterschel-
de, ten dienste van de operationele waterloop
kundige begeleiding van de werkschepen. De
meetgegevens worden via een telemetrienet-
werk overgezonden naar de centrale inwincom-
puter van het Verwerkings Centrum te Zierikzee.
Daar worden de gegevens slechts 24 uur
bewaard, teneinde het aantal ervan zoveel
mogelijk te beperken. Alle gegevens die nodig
zijn voor studie-doeleinden moeten derhalve
worden overgeheveld naar het Rekencentrum,
daar worden opgeslagen en redelijk gemakkelijk
weer ter beschikking worden gesteld van de
gebruikers.
Maar niet alleen het meetnet zorgde voor een
toename van het aantal te verwerken gegevens,
ook het aantal meetcampagnes vanaf schepen
werd in de loop van de tijd opgevoerd, om de
vragen die door de uitvoering werden gesteld
te kunnen blijven beantwoorden. Meetvaartui-
gen van andere diensten van de Rijkswaterstaat
worden dan ook steeds vaker ingezet bij de
Oosterscheldewerken. De onderzoekingen
waarvoor de gegevens worden verzameld,
worden steeds omvangrijker en ingewikkelder.
Mlerlei wiskundige modellen deden hun
ntrede voor het berekenen en voorspellen van
stroomsnelheden, zandbeweging en dergelijke
meer. De tafelrekenmachines waren hiervoor
niet langer geschikt. De geheugen- en rekenca-
aiciteit was te gering en kon bovendien niet erg
efficiënt worden gebruikt. Het was niet goed
mogelijk programma's achter elkaar op te laten
starten, 's nachts of in de weekends.
Je systeemopzet was zodanig dat het centrale
gegevensbestand slechts voor één calculator
egelijk bereikbaar was, waardoor soms lange
wachttijden ontstonden.
Bij de opzet van het nieuwe Rekencentrum
lebben de volgende aspecten een belangrijke
ol gespeeld: opslagcapaciteit, bereikbaarheid
an gegevens, rekencapaciteit, rekensnelheid
n overdracht van gegevens vanuit het Centrum
e Zierikzee. Besloten werd om een HP1000
ninicomputer aan te schaffen. De oorspronke
lijke gedachte om de tafelrekenmachines aan
deze minicomputer te koppelen werd verlaten
vanwege de relatief trage verbinding voor het
uitwisselen van gegevens, terwijl de minicom
puter dan vanwege zijn beperkte functie de
meeste tijd zou staan te niksen.
De keuze van het type minicomputer werd
tevens bepaald door het feit dat in een eerder
stadium was besloten tot aanschaf van een
HP1000 voor het lodingssysteem van een
collegiale dienst.
De beschikbaarheid van twee HP1000 minicom
puters opende de mogelijkheid beide systemen
te koppelen, waardoor een zo efficiënt mogelijk
gebruik mogelijk werd. Nu kon ook het Hydro-
Meteo-Centrum zijn werkzaamheden op het
systeem gaan uitvoeren en behoefde geen
derde minicomputer te worden aangeschaft.
Het Hydro-Meteo-Centrum verzorgt in een
operationele dienst de waterloopkundige
voorspellingen voor de uitvoering. Elke zes uur
worden berichten opgesteld op grond waarvan
de uitvoering beslist of bepaalde activiteiten
wel of niet kunnen doorgaan die dag. Dit
centrum kampte met dezelfde problemen als
waar het Rekencentrum mee zat. Het grote
voordeel van een minicomputer is dat verschei
dene gebruikers gelijktijdig van dezelfde
computer en eventueel van dezelfde gegevens
gebruik kunnen maken. Bovendien kan de
gebruiker terwijl hij achter het beeldscherm zit
een aantal programma's klaar zetten voor
latere verwerking. Het uiteindelijke totale
systeem bestaat uit twee gekoppelde HP1000
minicomputers met daaraan vast tien beeld
schermen, zeven plotters, vier printers, twee
digitaliseertafels, een magneetbandeenheid en
vijf schijfeenheden met een totale capaciteit
van 400 Mb, dat wil zeggen ongeveer 200
miljoen gegevens.
Globaal kan de taak van de Meet- en Studieaf
deling Zierikzee, wanneer het gaat om de
verwerking van gegevens, gesplitst worden in
drie basisfuncties: Inwinning, waar meetgege
vens binnenkomen en ruwe data de deur uit
gaan; Verwerking, waar de ruwe data worden
omgewerkt tot schone data, en Advisering, die
op grond van de schone data adviezen opstelt.
De ingewonnen meetgegevens vallen in een
aantal verschillende categorieën: waterstanden,
golven, lodingen, stroom en zo meer. Deze
meetgegevens worden behalve via vaste
verbindingen ook door schepen ingewonnen.
Alle gegevens worden ter verwerking aan het
computersysteem aangeboden; het verschil in
herkomst komt alleen tot uiting in de gebruikte
informatiedragers: schepen leveren hun
gegevens op cassette of ponsband.
De verwerking van de meetgegevens bestaat in
439