Bemaling van de bouwputten van het Bathse Spuikanaal Bij de aanleg van het Bathse Spuikanaal moet een aantal kunstwerken worden uitgevoerd. Niet alleen dient een tweetal zinkerbundels onder het kanaal te worden doorgevoerd; er worden ook een sifon en een spuisluis gebouwd. Voor deze vier bouwwerken moeten bouwputten worden aangelegd met dieptebemalingen rondom. De belangrijkste bemaling is die rondom de bouwput van de spuisluis: hij heeft de grootste capaciteit en moet het langst blijven functioneren, wel anderhalf jaar. Tijdens de bouw van de spuisluis is de bemaling van de bouwput continu in bedrijf en draait daarbij op volle toeren. Het Bathse Spuikanaal loopt van noord naar zuid parallel aan en betrekkelijk dicht tegen het Schelde-Rijnkanaal. Beide kanalen worden gekruist door een aantal wegen, door de spoorlijn Vlissingen-Bergen op Zoom, alsook door een groot aantal leidingen, die hoofdzakelijk zijn geconcentreerd in twee zinkerbundels ten zuiden van de Kreekrakbruggen. In het zuidelijke gebied worden beide kanalen nog gekruist door een kanaalsloot die de afwatering verzorgt van het poldergebied ten oosten van het Schelde-Rijnpand. Dit afwateringskanaal wordt middels een sifon onder de beide kanalen doorgevoerd in de richting van de spuiboezem en loost dan het overtollige water via een sluisje nabij Bath op de Westerschelde. Voor alle genoemde kruisingen is de bouw van kunstwerken noodzakelijk. Een aantal ophogingen die dienen als landhoofd voor de verkeersbruggen kan vanaf het maaiveld worden opgebouwd; daarbij is de stand van het grondwater geen enkel probleem. In een enkel geval, zoals bij de spoorbrug, moest het grondwater met een eenvoudige Fig. 1. Schema van de tot standkoming van een gedetail leerd bemalingsadvies vacuümbemaling over slechts geringe diepte worden verlaagd. Voor vier andere kunstwerken echter was het nodig bouwputten met diepe bemalingen aan te leggen, omdat daar betonwerken zouden worden uitgevoerd op grote diepte. Dit was het geval bij de aanleg van de twee zinkerbundels in het gebied tussen de Kreekrakbruggen en de Bathse brug, bij de sifon en bij de spuisluis te Bath. Voor de spuisluis werd al in een vroeg stadium een bouwput aangelegd in de Westerscheldedijk, die overigens tot aan de ontgraving in november 1982 nog niet werd bemalen. Om de bouw van die kunstwerken op diepten tot N.A.P. -10 a -11 meter in den droge mogelijk te maken is het nodig de grondwaterstand ter plaatse van de bouwputten tot dat niveau te verlagen. Dit gebeurt door het 442

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 40