geplaatst- 25 30 m - is het verticale transport van grondwater bij gelaagde bovenpakketten onvoldoende verzekerd. Om dit verticale transport desondanks te bevorderen is het een praktisch goede en betrekkelijk goedkope methode om rondom de bouwput een stramien van zandpalen aan te brengen. Men boort daartoe gaten van 25 tot 30 cm in doorsnede tot ruim in het pleistocene, te bemalen zand- pakket. Hierin wordt vervolgens grof zand of soms filtergrind gestort. Dit gebeurt op korte afstanden van elkaar in een stramien van 4 a 5 rijen, drie meter hart op hart. Bij de bouwputten voor de sifon en de Bathse Spuisluis is deze vorm van zanddrainage ook toegepast, met als bijkomend voordeel dat de daar aanwezige ondiepe weerstandbiedende klei- en veenlagen werden doorboord, zodat kon worden voorko men dat nog in belangrijke mate horizontaal water op de bouwputtaluds uitstroomde. De onderwaterpompen die in de pompputten worden opgehangen zijn meestal langwerpige centrifugaalpompen met een geringe diameter, zodat ze ruim in de stijgbuizen passen. De pompen zuigen het water aan en persen het via stijgleidingen naar de bovengrondse ringleiding waarop alle stijgleidingen zijn aangesloten. De ringleiding wordt op ruime afstand van de bouwwerkzaamheden aangelegd, opdat hij ook later bij de grondaanvulling niet in de weg komt te liggen. Bij de bepaling van de pompca- paciteiten de dimensionering van de ringleiding dient er rekening mee te worden gehouden dat de ringleiding tot over de kruin van de ringdijk van de bouwput moet worden gevoerd. Bovendien ondervindt het opgepompte water weerstand wanneer het door de leidingen stroomt. Om deze weerstanden te overwinnen stelt men de opvoerhoogte op enkele meters meer dan het werkelijke waterhoogteverschil tussen de waterstand in de pompput en de uitstroomhoogte bij het lozingspunt. In het bemalingssysteem wordt altijd een aantal beveiligingen ingebouwd. Bij de elektri citeitsvoorziening komt dit neer op het inbou wen van alarmsignaleringssystemen en het achter de hand houden van een noodstroom- aggregaat. In de leidingen zelf worden terug slagkleppen en afsluiters gemonteerd. De kans op grote schade of grote stagnatie in de bouwwerkzaamheden wordt zo tot een mini mum teruggebracht. Het opgepompte water wordt via de ringleidin gen op het dichtstbijzijnde open water geloosd. Bij de bouwput van de sifon is dit de dichtbij gelegen koppelsloot, die de verbinding vormt tussen de sifon onder de Schelde-Rijnverbinding en de spuiboezem bij Bath. Voor de bouwput van de Bathse Spuisluis ligt dit lozingspunt in de Westerschelde. De ringleiding is daartoe over de westelijke ringdijk, waarvan de kruin ligt op N.A.P. 9 m, naar de buitenteen van deze ringdijk gevoerd. De onttrekking van grondwater nabij de bouwputten is evenals de lozing van het opgepompte water gebonden aan een vergun ning. Vergunningen worden verstrekt onder nadrukkelijk gestelde voorwaarden, vooral bewakingsbepalingen ten aanzien van kwantiteit en kwaliteit van het opgepompte water. Behalve debietmetingen moeten op grote schaal periodiek grondwaterstandsmetingen worden uitgevoerd in peilfilters; niet alleen binnen de bouwput maar ook in een ruime omtrek buiten de bouwput; ze moeten zowel het bovenste als het onderste te bemalen zandpakket betreffen. Dit wordt geëist in een periode vóór, tijdens en geruime tijd na het bemalen van een bouwput. Ook moeten monsters van het opgepompte water worden genomen en daarop kwaliteitsbepalingen worden uitgevoerd. De resultaten hiervan worden periodiek aan verschillende instanties toegezonden, waaronder de provincie. De bewaking van de wateronttrekking en het volgen van de invloed op de omgeving is hiermee verzekerd. Uit de praktijk is gebleken dat de geadviseerde en dienovereenkomstig uitgevoerde bemalin gen rond de vier genoemde bouwputten voor de kunstwerken van het Bathse Spuikanaal goed hebben gefunctioneerd, zodat de uitvoe ring van de kunstwerken een vlot verloop heeft gehad. 448

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 46